Pubers aten altijd al ongezond, maar nu ongezonder dan vroeger
Dat middelbare scholieren gemiddeld niet zo gezond eten, zoals uit cijfers blijkt, is dat niet iets van alle tijden? Nee, zeggen experts: tieners eten ongezonder dan vorige generaties, en blijven dat waarschijnlijk doen.
Samen een tray energiedrank halen in de pauze, of een pak roze koeken. Of tijdens een tussenuur neerstrijken in de McDonald’s. Wie jong is –of het ooit was– hoeft het niet te verbazen: 12 tot 18-jarigen eten het minst gezond van alle leeftijdsgroepen, op de voet gevolgd door jongeren van 18 tot 25 jaar. Zij eten minder fruit, groente en andere producten uit de schijf van vijf en vaker snacks en frisdrank. Dat blijkt uit de Gezondheidsenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Is het afwijkende eetpatroon van middelbare scholieren iets van alle tijden, en iets dat weer voorbijgaat als jongeren de 25 passeren? Of is de huidige generatie ongezonder gaan eten, en blijven ze dat doen?
„In mijn jeugd gingen we al naar de supermarkt in de pauze”, zegt Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. En dat was niet voor een appel of een krop sla. „Tieners proberen veel nieuwe producten uit. Snackbarbezoek zit ook een beetje in de cultuur op die leeftijd. Ze zijn heel gevoelig voor groepsdruk en marketing. En ze doorzien nog niet goed wat de gevolgen zijn van hun acties voor hun gezondheid op de lange termijn.”
Kindermarketing
Toch is er wel degelijk iets veranderd sinds Seidells jeugd: het aanbod van ongezond eten, dat overal te krijgen is en waarvoor kinderen continu reclame krijgen voorgeschoteld. „Veel producten zijn specifiek gericht op impulsaankopen door de jeugd. En ze zijn te zout, te vet of te zoet. Dat effect wordt verstevigd door kindermarketing. Studenten van mij gingen voor een onderzoek YouTube op als 12- tot 14-jarigen. Zonder dat ze op voeding gezocht hadden, kregen ze in no time allerlei marketing voor fastfood en energiedranken voorgeschoteld.”
„Zonder dat ze op voeding gezocht hebben, krijgen ze in no time allerlei marketing voor fastfood en energiedranken voorgeschoteld” - Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid VU Amsterdam
Dat geldt volgens Seidell ook voor het het echte leven: in de omgeving van scholen hebben steeds meer verkooppunten van ”nog enigszins gezonde” voeding plaatsgemaakt voor fastfood.
De huidige generatie is ook daadwerkelijk ongezonder gaan eten dan vorige generaties jongeren, stelt de hoogleraar. Rond de eeuwwisseling had 8 procent van de 12- tot 18-jarigen overgewicht, vorig jaar was dat 14 procent. Zij hadden ook vaker ernstig overgewicht of obesitas. Volgens Seidell kan die toename niet alleen veroorzaakt zijn doordat jongeren minder zijn gaan bewegen.
Hamvraag
De hamvraag: gaat dat ongezondere eetpatroon weer voorbij? Voor een deel, zegt Liesbeth Velema, expert voeding en gedrag bij het Voedingscentrum. „Tieners zetten zich af tegen hun ouders, maar dat gedrag veert weer een beetje terug. Als kinderen op jonge leeftijd leren groente en fruit te eten, lusten ze ook als volwassene meer.”
„Tieners zetten zich af tegen hun ouders, maar dat gedrag veert later weer een beetje terug” - Liesbeth Velema, expert voeding en gedrag bij het Voedingscentrum
Toch verwacht zij net als Seidell niet dat het ongezondere eetpatroon van de tieners helemaal verdwijnt als de huidige generatie 25 wordt. Seidell wijst op het stijgende aantal volwassenen met overgewicht (nu 50 procent) of obesitas (15 procent). Het laat zien dat de samenleving als geheel ongezonder is gaan eten.
Of, preciezer gezegd: dat een grotere groep Nederlanders een ongezond eetpatroon heeft. Het is belangrijk om daarbij te bedenken dat de ene tiener de andere niet is. Wie opgroeit in een omgeving met minder geld en minder kennis over gezond eten, loopt een groter risico.
Wat kunnen ouders doen om hun tieners gezonder te laten eten? „Het begint met het goede voorbeeld”, zegt Seidell. „Zorg dat je gezond eten in huis hebt en niet te veel ongezonde voeding. En je kunt ook met tieners best afspraken maken over wat ze eten buitenshuis”, oppert Velema. Seidell raadt aan ook regels te maken over internetgebruik, zodat kinderen niet te veel marketing van ongezond eten zien, bijvoorbeeld op kanalen van influencers.
Beiden vinden ingrijpen door de overheid noodzakelijk. Bijvoorbeeld door een verbod op kinderreclame, een suikertaks of een verplichting voor supermarkten om meer gezonde voeding aan te bieden. „Maar met het huidige kabinet heb ik daar weinig hoop op”, zegt Seidell.