„Ik verpandde dertig jaar geleden mijn hart aan Rotterdam”, aldus Schouten. „Ik had nooit kunnen vermoeden dat ik hier vandaag sta. Voor mij staat een bankje aan de Schie bij de Mathenesserbrug symbool voor de Rotterdamse kracht. Vierentwintig jaar geleden studeerde ik nog en was onverwacht zwanger geworden. Met een vriendin maakte ik een ommetje door mijn stukje Rotterdam-West. Op een bankje barstte ik in tranen uit. Ik had geen geld, geen werk of een idee waar deze situatie naar zou leiden. Vermoedelijk hebben meer Rotterdammers zo’n bankjesmoment gehad, een moment van radeloosheid. Het bankje staat er nog en ik denk vaak aan dat moment als ik erlangs loop. Het herinnert me eraan dat wanhoop kan omslaan in hoop.”

Schouten beloofde in haar toespraak dat de „meedogenloze criminelen die persoonlijk gewin boven maatschappelijke vrede stellen, een meedogenloze burgemeester” zullen treffen. „Mensen die willens en wetens een bedreiging voor de stad vormen maken de stad kapot. Dat staan we niet toe. De kwaadwillenden zullen het nooit winnen van de goedwillenden, want wij zijn met meer.”

In haar toespraak sprak Schouten meermalen over begrippen als contact, wederzijds begrip en gemeenschapszin. „Vandaaruit ontstaan sterke verbanden zoals buurtcomités, wijkhubs, verenigingen, bedrijven en allerhande samenwerkingen.” Ze besloot haar speech met een slogan in die sfeer: „Rotterdam, dat zijn wij. Wij zijn Rotterdam”.

De nieuwe burgemeester zit op donderdag 17 oktober voor de eerste maal de gemeenteraad voor.