PolitiekKoninklijk Huis
Kamer zet tanden opnieuw in begroting Koning

Moet de koning wel of geen inkomstenbelasting gaan betalen? Voor de Tweede Kamer is dat opnieuw een vraag.

Koningin Maxima, koning Willem-Alexander en Prinses Beatrix eerder dit jaar tijdens de uitreiking van de Appeltjes van Oranje, de jaarlijkse prijzen van het Oranje Fonds. beeld ANP, Koen van Weel
Koningin Maxima, koning Willem-Alexander en Prinses Beatrix eerder dit jaar tijdens de uitreiking van de Appeltjes van Oranje, de jaarlijkse prijzen van het Oranje Fonds. beeld ANP, Koen van Weel

In januari leek het een meesterzet van D66-Kamerlid Joost Sneller. Hij kreeg een Kamermeerderheid achter een motie, die de regering opdroeg met een stappenplan te komen dat de vrijstelling van inkomstenbelasting die de leden van het Koninklijk Huis genieten, zou opheffen.

De motie was niet gericht aan het adres van toenmalig demissionair premier Mark Rutte, van wie Sneller wel kon bevroeden dat die de kwestie zou parkeren. In diens plaats werd de nieuwe Minister van Algemene Zaken aangesproken, oftewel huidig premier Dick Schoof.

De motie haalde het met de steun van PVV en NSC. Beide partijen zullen Schoof woensdagavond ongetwijfeld stevig over de kwestie bevragen, zeker nadat ze van de premier nul op het rekest kregen. Schoof vindt het wijzigen van de Grondwet niet nodig „uit oogpunt van stabiliteit van de financiën van het Koninklijk Huis.”
De twee andere coalitiepartijen, VVD en BBB, zijn tegen, maar PVV en NSC hebben de handen vrij. Noch in het hoofdlijnenakkoord, noch in het regeerprogramma is een passage opgenomen over de inkomstenbelasting van het Koninklijk Huis.

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Beatrix en prinses Amalia betalen overigens wel een heffing over hun privévermogen, al is onduidelijk hoe hoog dat is.

Soberheid

De inzet van D66 om de koning fiscaal te behandelen als een gewone burger staat niet op zichzelf. Steeds als de begroting van het Koninklijk Huis in de Tweede Kamer voorligt, klinken er pleidooien voor meer soberheid en transparantie.

In 2020 leken PvdA en D66 beet te hebben: premier Rutte beloofde een aangenomen motie van beide partijen, die aandrong op een gedetailleerder inzicht in de personele en materiële uitgaven van de koning, loyaal te zullen uitvoeren. Voor volgend jaar bedragen deze uitgaven, die ook wel bekend staan als de B-component van de uitkering die de koning krijgt, 6,1 miljoen euro. Ze staan naast de A-component, het feitelijke inkomen, dat volgend jaar met een bedrag van 78.000 euro stijgt naar 1,2 miljoen.

Rutte moest echter op zijn woorden terugkomen. Pas na zijn toezegging viel zijn blik op artikel 41 van de Grondwet, zo biechtte hij op aan de Kamer, waarin staat dat de koning zijn eigen huis inricht, dus zelfs beslist waaraan het geld wordt uitgegeven.

De uitgavenposten die wel publiek worden gemaakt, zijn voor verenigingen als Republiek, vaak mikpunt van publiek. Dinsdag overhandigde de club, die zich keert tegen de erfopvolging van de monarchie, een petitie aan de leden van de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken; medegericht op de zogeheten ‘vliegsubsidie’. Dat is het bedrag van 880.000 euro dat het Koninklijk Huis jaarlijks mag uitgeven aan het privégebruik van het regeringsvliegtuig. Een ander doel was het opheffen van de vrijstelling van inkomstenbelasting, waarover de Kamer woensdagavond dus debatteert.

Amendement

Al dan niet geïnspireerd door de petitie komt de PVV met een amendement dat beoogt de A-component van de uitkering aan de koning te fixeren op het bedrag van 1.086.000. „PVV: géén salarisverhoging voor de Koning in 2025! De zogenaamde A-component zit al ruim boven de 1 miljoen euro per jaar en genoeg is echt genoeg!”, schreef PVV-leider Wilders, die het amendement samen met PVV-Kamerlid Marco Deen indiende, op X.

Wilders werd van repliek gediend door VVD-Kamerlid en coalitiepartner Thierry Aartsen. Diens punt: Wilders weet heel goed dat het inkomen van de koning meestijgt met de afgesloten cao van het Rijk in combinatie met de inflatie. Oftewel: wie de uitkering wil wijzigen met een amendement op de begroting neemt de verkeerde afslag. Een juistere route is het wijzigen van de Wet Financieel Statuut Koninklijk Huis, maar dat kan pas wanneer minste tweederde van de leden van beide Kamers daar voor is. Die inspanning is het Wilders kennelijk niet waard.

In één ding kunnen de partijen die hun pijlen richten op de begroting van de Koning zich al op voorhand verheugen: in de kiezersgunst. Onderzoek van Kieskompas liet vorig jaar zien dat een meerderheid van de kiezers de stelling dat de koning gewoon belasting moet betalen, steunt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer