Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat de koning, zijn beoogde opvolger, de teruggetreden vorst(in) en eventuele echtgenoten voortaan loon- of inkomstenbelasting gaan betalen over de rijksuitkeringen die zij ontvangen. Een motie van DENK, die de regering verzoekt om hiertoe een grondwetswijziging voor te bereiden, werd dinsdag aangenomen.
Onder de voorstanders zijn coalitiepartij D66, PVV, PvdA, GroenLinks, SP, FVD, Volt, BIJ1 en de Groep-Van Haga. Premier Mark Rutte had de motie vorige week ontraden tijdens een debat over de begroting van het Koninklijk Huis.
Koning Willem-Alexander, koning Máxima, prinses Amalia en prinses Beatrix hebben nu op grond van artikel 40 van de grondwet een vrijstelling van belastingen. De Kamer wil af van die vrijstelling zodat zij net als alle andere mensen belasting betalen.
Het is een lastige en langdurige procedure om de grondwet te wijzigen. Beide Kamers moeten er twee keer over stemmen, met verkiezingen ertussen, en in tweede lezing moet een tweederdemeerderheid voor de wijziging zijn.
Ongeveer dezelfde partijen steunden ook een motie van de Partij voor de Dieren, die uitspreekt dat „het van koninklijke allure zou getuigen als de koning zou afzien van de stijging van zijn toelage”. Die toelage stijgt in 2023 met 276.000 euro tot ruim 6,4 miljoen euro. Kamerlid Frank Wassenberg van de PvdD vindt dat de koning van de verhoging kan afzien omdat veel burgers in Nederland het financieel ook lastig hebben in verband met de stijgende inflatie en energiekosten.