Zo veel mogelijk meenemen en toch niet te zwaar beladen zijn, is een uitdaging voor Joop van Weele
Aan het begin van iedere vlucht zijn er twee belangrijke vragen: hoeveel liter brandstof heb ik nodig en hoeveel kilo kan ik meenemen vandaag?
Het vliegtuig kent een maximaal startgewicht. Als je daar het gewicht van het vliegtuig zelf, de brandstof in de tanks en de piloot van aftrekt, houd je over wat je dan nog kunt meenemen. Hoe meer brandstof je dus meeneemt, hoe minder kilo’s er overblijven voor passagiers en vracht.
Van veel vliegvelden in Suriname kunnen we niet met het maximale gewicht opstijgen. Dat heeft te maken met de lengte van de baan, bomen waar we overheen moeten vliegen of de conditie van de landingsbaan. Door met minder gewicht op te stijgen, lukt het toch om veilig vanaf deze vliegvelden te opereren. Juist op die gelimiteerde landingsbanen moet je nog kritischer kijken naar wat je kunt meenemen.
Voor veel lokale bewoners blijft dat lastig. Immers, een kano kun je toch ook gewoon vullen tot hij vol is? Hoe leg je uit dat ze niet mee kunnen, terwijl er nog twee lege stoelen in het vliegtuig zijn? Anderen hebben het beter begrepen. Zij gaan wat ‘creatiever’ met de kilo’s om, zodat toch alles mee kan. Altijd opletten dus!
Soms is het ook andersom. Dan hoef je maar twee mensen op te halen met slechts zo’n 100 kilo aan spulletjes. Qua kilo’s geen probleem, maar 100 kilo aan potten, cassave, bamboe, kleding en rieten manden kan soms een enorm volume zijn. Dan wordt het meer wikken dan wegen, en vooral ook veel zweten om ervoor te zorgen dat het past!