OpinieColumn
Goed gesprek

Nu komt alles goed, dacht ik toen onze vaatwasmachine laatst haar laatste stoomwolkje uitblies. Ik dacht dat omdat kennissen zonder zo’n ding uitgebreid hadden verteld over de geweldige gesprekken die zij met hun kinderen tijdens de afwas voerden.

 beeld RD
 beeld RD

De puberteit staat nou niet bepaald bekend als een periode waarin kinderen eens uitgebreid met hun ouders gaan overleggen. Natuurlijk, er zijn vast tieners die dat wél doen, maar ik moet eerlijk zeggen dat wij soms uitkijken naar het moment dat de breinen van onze jongens volgroeid zijn, ergens rond hun 25e, geloof ik.

De communicatie vóór dat moment is regelmatig kort en erg krachtig: „Oké”, „Best”, „Joe” en „Zeker” kunnen volgens onze pubers hele gesprekken vervangen. Soms zijn de zinnen iets langer, maar dan gaat het bijna altijd om iets praktisch, in hun belang, zoals: „Wat eten we?” Of: „Is de was al klaar?”

Ik wist al langer dat een gesprek met zonen het best verloopt als je elkaar niet in de ogen kijkt en samen iets onderneemt. Met de auto naar de McDonald’s, bijvoorbeeld. Of wandelend of fietsend ergens een ijsje gaan halen. Samen afwassen en afdrogen zou ook in dat rijtje thuishoren. Dacht ik…

Na de aankoop van onze nieuwe vaatwasmachine zou het veertien dagen duren voordat een monteur tijd had om het ding te installeren. Dus ik bereidde me goed op het vaatwasserloze tijdperk voor. Ik maakte een rooster waarop stond wie wat wanneer moest doen. Net als bij ons thuis vroeger, dacht ik erbij.

De dag erop ging het al mis. De afwasser op het rooster had vertraging met de trein, at niet mee en hoefde „dus natuurlijk” ook niet af te wassen. Nummer 2 moest heel nodig –en heel lang– naar het toilet. (Net als mijn zus en ik vroeger.) Nummer 3 had „heeeel veel huiswerk”. Opeens zag ik het briefje bij mijn ouders in de keuken voor me, met die tekst uit Filippenzen 2: „Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken.” Dat hing daar niets voor niets…

Uiteindelijk stonden mijn man en ik samen af te wassen. Die gesprekken met onze zonen vielen –bijna letterlijk– in het afwaswater. Mijn man keek me aan. „Zal ik dat monteren zelf maar eens proberen?” vroeg hij. Ik knikte slechts. Voor die goede ouder-zoongesprekken gaan we wel wat vaker een ijsje halen.

De volgende dag ging het al mis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer