Oostenrijkse Volkskanzler Kickl strijdt tegen migratie, „gendergekte” en „klimaatcommunisme”
Op zondag 29 september kiest Oostenrijk een nieuw parlement. In de peilingen gaat de radiaal-rechtse FPÖ van Herbert Kickl aan kop. De 55-jarige zelfbenoemde ”Volkskanzler” strijdt tegen migratie, „gendergekte” en „klimaatcommunisme”.
De peilingen liegen er niet om: de FPÖ zou komende zondag op ruim 27 procent van de stemmen kunnen rekenen. Ten opzichte van de verkiezingen in 2019 zou dat een winst van 11 procent betekenen. De Oostenrijkse volkspartij ÖVP, die bij de laatste verkiezingen met 37,5 procent van de stemmen de grote winnaar werd, zou nu uitkomen op 24,7 procent.
Dat de FPÖ hoog scoort in de peilingen, is te wijten aan haar inzet op thema’s als migratie en interne veiligheid. In een enquête die eind mei –kort voor de Europese verkiezingen– werd gehouden, noemde 57 procent van de Oostenrijkers asiel en migratie een bijzonder belangrijke kwestie.
De opmars heeft de partij echter vooral te danken aan haar leider Herbert Kickl. Hij portretteert zichzelf als Volkskanzler, een naam die nationaalsocialisten in de jaren dertig aan Adolf Hitler gaven. Kickl staat dan ook te boek als provocateur en populist en wordt zelfs binnen zijn eigen partij als radicaal gezien.
Vaccinatie
In coronatijd gold de FPÖ als dé antivaxpartij. De huidige regeringscoalitie besloot vaccinatie in eerste instantie voor alle Oostenrijkers te verplichten, iets waar de FPÖ zich fel tegen verweerde. Dat leidde ertoe dat veel ÖVP-kiezers naar Kickl overliepen.
De FPÖ-leider staat bovendien bekend om zijn harde woorden over migranten. Begin september was Kickl aanwezig op een campagnebijeenkomst in Graz. „Natuurlijk hebben we remigratie nodig”, riep hij vanaf het podium. Hij beloofde dat Oostenrijk onder zijn leiding geen asielaanvragen meer zal aanvaarden.
Kickl heeft daarnaast een afkeer van „gendergekte” en „klimaatcommunisme” en wil de banden met Rusland verdiepen. In dat kader spreekt hij zich niet alleen uit tegen steun aan Oekraïne, maar zegt ook dat de Oostenrijkse houding in de Europese Unie onder zijn leiding sterk zal veranderen.
Russisch gas
Sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022, is de EU ook begonnen met het vervangen van de gasimport uit Rusland. Alternatieve energiebronnen zijn echter doorgaans duurder en de economie van Oostenrijk bevindt zich in een recessie. Een heikel punt dus. Toch beloofde de regering –bestaande uit ÖVP en de Groenen– het Russisch gas af te bouwen. De FPÖ vindt daarentegen dat het onderdeel moet blijven van de energievoorziening.
De vraag is hoe groot de kansen van de partij op regeringsdeelname zijn. Op dit moment bestuurt de FPÖ drie van de negen deelstaten en heeft ze ook drie keer op federaal niveau geregeerd. Maar onder Kickl radicaliseerde de partij dusdanig dat in de media en politiek voor de FPÖ wordt gewaarschuwd.
„Kickl is een rechts-extremist die onverantwoord handelt en angst aanwakkert” - Karl Nehammer, bondskanselier Oostenrijk
Bondskanselier Karl Nehammer (ÖVP) zegt dat hij niets tegen de FPÖ heeft, maar niet met Kickl wil samenwerken omdat hij een „rechts-extremist is die onverantwoord handelt en angst aanwakkert”, zei hij in juni in een interview met de Zwitserse krant Neue Zürcher Zeitung. President Alexander Van der Bellen (de Groenen) sluit samenwerking eveneens uit.
Opofferen
Het is niet waarschijnlijk dat de FPÖ haar partijleider zal opofferen om zo een coalitie met de ÖVP mogelijk te maken. Kickl heeft zich immers stevig verankerd in zijn partij en de FPÖ-verkiezingscampagne is sterk op hem gericht.
Daarom is het aannemelijk dat de ÖVP –ondanks dat ze waarschijnlijk veel in moet leveren– opnieuw gaat regeren. Een nieuwe coalitie met de Groenen zou op zo’n 33 procent van de stemmen kunnen rekenen. Te weinig voor een meerderheid dus. Voor het eerst sinds 1945 lijkt een coalitie van drie partijen nodig. Die kan worden gevormd als de sociaaldemocratische SPÖ zich aansluit.
Toch is het de vraag of de ÖVP en de SPÖ daar warm voor lopen. In het verleden hebben ze meermaals samen in een coalitie gezeten, maar de laatste jaren gooiden meningsverschillen roet in het eten. Welke kant het in Oostenrijk opgaat, is daarom onzeker.