Oostenrijkse regeringspartij ÖVP verliest regionale verkiezing
De ÖVP heeft zondag een nederlaag geleden bij regionale verkiezingen in de belangrijke deelstaat Neder-Oostenrijk, maar bleef wel de grootste. De conservatieve regeringspartij, geplaagd door schandalen, komt volgens de prognoses uit op 39,9 procent van de stemmen, een achteruitgang van ongeveer 10 procentpunt en het slechtste resultaat sinds 1945. De rechtse FPÖ profiteerde en verzamelde bijna een kwart van de kiezers achter zich.
De stembusgang in het gebied rond Wenen werd beschouwd als een lakmoesproef voor het kabinet van bondskanselier Karl Nehammer. „De FPÖ is erin geslaagd van de deelstaatverkiezing een landelijke verkiezing te maken”, reageerde Johanna Mikl-Leitner, de leider van de ÖVP in Neder-Oostenrijk. Haar partij is verwikkeld in een onderzoek naar corruptie en lijkt afgerekend te zijn op mondiale problemen, zoals inflatie, energietransitie en toestroom van migranten. De FPÖ hakte daar gretig op in.
De sociaaldemocratische SPÖ kan volgens de verwachtingen rekenen op 20,6 procent en is daarmee de derde partij in de deelstaat. Coalitiepartner de Groenen (7,6) en het liberale NEOS (6,7) kregen minder steun. De prognose is gebaseerd op de stemmen die al zijn geteld en een peiling onder de mensen die per brief hun stem hebben uitgebracht. Het tellen daarvan begint maandag. In totaal waren 1,3 miljoen Neder-Oostenrijkers kiesgerechtigd.