Als het kabinet niet kiest voor een noodwet om snel verregaande asielmaatregelen te nemen, „dan hebben we een probleem”, vindt PVV-leider Geert Wilders. „Als ze daar niet toe zouden besluiten is het niet zeker of wij dat kunnen dragen.” Mocht het kabinet toch voor een spoedwet gaan, waar de oppositie op aandringt, moet de PVV zich beraden. Coalitiepartner NSC denkt juist niet dat het kabinet tot noodwetgeving kan komen.
Wilders benadrukte nog maar eens dat er maandenlang is onderhandeld over de afspraken in het coalitieakkoord en het regeerprogramma. In beide documenten, uiterst belangrijk voor het kabinet-Schoof, staat de route voor het noodrecht. „Dus laten we daar nu voor gaan. Het kabinet is nu aan zet”, zei Wilders hierover.
Mocht het kabinet toch voor spoedwetgeving kiezen, dan „weet ik niet of ik dat steun”. Hij wees, net als PVV-minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) eerder, op de mogelijkheden van de oppositiefracties in de Tweede Kamer om het proces vervolgens alsnog te vertragen. De Kamer kan schriftelijke vragenrondes eisen en vragen om technische briefings.