„Het gaat gewoon door”, zei Wilders in een schorsing van het debat over de kabinetsplannen. „Stukken of geen stukken, er komt wat mij betreft een asielnoodwet. Ik heb geen ruggengraat van een banaan.” Later voegde hij daar tijdens het debat aan toe dat hij de andere coalitiepartijen zal houden aan afspraken die in de kabinetsformatie zijn gemaakt. Wel hield hij voorzichtig de deur open voor het kabinet om een andere afweging te maken. „Daar ga ik niet over, het kabinet maakt zijn eigen keuzes.”

Asielminister Marjolein Faber moet op zijn minst de gelegenheid krijgen haar „dragende motivatie” voor de inzet van noodrecht in de ministerraad te verdedigen, vindt Wilders. „Die kans gaan we haar niet laten ontnemen.” De PVV-leider betoogde dat hij „geen knip voor de neus waard zou zijn” als hij nu „bij het eerste zuchtje tegenwind” ineens tegen de crisiswet zou zijn.

Premier Dick Schoof zei al de komende weken te komen met die ‘dragende motivatie’. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor NSC-minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken), die verantwoordelijk is voor de grondrechten van burgers. Haar ambtenaren adviseerden duidelijk tegen de crisiswet: het zou niet bij haar verantwoordelijkheid passen om de grondrechten van burgers te beschermen.

Dat het kabinet gebruik wil maken van noodwetgeving, stond in het vorige week gepresenteerde regeerprogramma. De oppositie in de Tweede Kamer was daar al zeer kritisch over, en ziet zich gesterkt door de openbaar gemaakte adviezen die diverse ministers van hun ambtenaren kregen. Ook bij coalitiepartner NSC heerst groot ongemak over de plannen. De VVD wil dat het kabinet voor de zekerheid ook alvast een traject in gang zet om tot een spoedwet te komen waar het parlement wel op voorhand over kan meepraten.