Een aantal gemeenten in de provincie Utrecht heeft concrete plannen gemaakt om duurzame stroom te kunnen opwekken, maar de gezamenlijke inspanningen zijn nog niet voldoende om de voor 2030 gestelde doelen te bereiken. Daarom gaat de provincie daar waar nodig in gesprek met gemeenten over het verder uitwerken van de plannen voor ‘groene’ energie. Ook wijst Utrecht mogelijk eind dit jaar via een zogenoemd projectbesluit zelf plekken aan voor windturbines.
Eerder spraken de provincie en gemeenten in de Regionale Energie Strategieën (RES) af in 2030 2,4 terawattuur (TWh) aan zonne- en windenergie op te wekken. Om dat doel te kunnen bereiken, moeten er meer windturbines komen. Utrecht heeft er nu zestien.
Uit een door de provincie opgemaakte tussenbalans blijkt dat het samenwerkingsverband van zestien Utrechtse gemeenten (U16), waarvan onder meer De Ronde Venen en Wijk bij Duurstede deel uitmaken, niet op koers ligt met de plannen voor duurzame energie. Volgens de provincie ziet het ernaar uit dat die gemeenten in 2030 samen zeker 0,25 terawattuur tekort gaan komen om het doel van 1,8 TWh aan zonne- en windenergie te halen. Twaalf windturbines zijn samen goed voor 0,25 terawattuur.
De gemeenten in de RES-regio Amersfoort zijn wel op weg hun energiedoelen te halen. „Daar zijn op dit moment voldoende concrete plannen door alle gemeenteraden vastgesteld”, meldt de provincie. Ook van het Utrechtse deel van de regio Foodvalley, die bestaat uit de gemeenten Rhenen, Renswoude en Veenendaal, verwacht de provincie dat de doelstelling op het gebied van duurzame energie wordt bereikt. De gemeenten moeten de plannen die er liggen dan nog wel verder uitwerken.
Eind dit jaar besluit de provincie of het nodig is zelf plekken aan te wijzen voor het plaatsen van windturbines om in 2030 de afgesproken 2,4 TWh te kunnen leveren. Het gaat dan om locaties die vallen binnen de 27 gebieden die Utrecht begin dit jaar heeft genoemd als het meest geschikt voor het opwekken van windenergie.