Iraanse hackers hebben deze zomer materiaal dat ze gestolen hadden van de Amerikaanse Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump doorgespeeld naar de campagne van president Joe Biden, toen die nog kandidaat was voor de Democraten. Dat hebben Amerikaanse opsporings- en inlichtingendiensten, waaronder de FBI, woensdag bekendgemaakt. Zij begonnen vorige week een onderzoek naar de vermeende hacks.
Het zou de intentie van de Iraniërs zijn geweest om de uitslag van de verkiezingen op 5 november te beïnvloeden. De hackers zouden ook materiaal aan Amerikaanse media hebben gestuurd. Er werden geen mededelingen gedaan over de aard van het materiaal.
Een woordvoerder van de campagne van Kamala Harris, die Biden in juli als kandidaat opvolgde, zei dat het campagneteam niet direct iets heeft ontvangen. Wel kregen een paar individuele teamleden berichten op hun persoonlijke e-mailadres die er uitzagen als spam. Volgens de woordvoerder hebben de campagnemedewerkers uitgebreide instructies gekregen over hoe ze virussen en hacks moeten voorkomen.
Trumps campagneteam reageerde ook: „Dit is verder bewijs dat de Iraniërs actief tussenbeide komen om Kamala Harris te helpen, omdat ze weten dat president Trump opnieuw harde sancties zal instellen en zich zal verzetten tegen hun terreur.” Harris en Biden moeten zeggen of zij „gehackt materiaal” hebben gebruikt om „president Trump kwaad te doen”.
De Iraanse vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties gaf geen commentaar op de beschuldigingen.
