PolitiekAsielcrisiswet
NSC in het nauw om asielcrisiswet

Op SGP, FVD en JA21 na nam de oppositie NSC woensdag stevig de maat vanwege de kabinetsplannen over asiel. Het verwachte vuurwerk bleef lang uit, maar CDA-leider Bontenbal bracht NSC’er Nicolien van Vroonhoven alsnog flink in het nauw.

18 September 2024 22:18Gewijzigd op 19 September 2024 08:36
De NSC-bewindslieden Judith Uitermark, Caspar Veldkamp en Eddy van Hijum zien toe hoe tijdelijk NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven (op de rug gezien) zich in de nesten werkt, tijdens een debat over de asielcrisiswet. beeld ANP, Remko de Waal
De NSC-bewindslieden Judith Uitermark, Caspar Veldkamp en Eddy van Hijum zien toe hoe tijdelijk NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven (op de rug gezien) zich in de nesten werkt, tijdens een debat over de asielcrisiswet. beeld ANP, Remko de Waal

„Nee hoor”, bluft PVV-leider Wilders in de Tweede Kamer tegen Bontenbal. „De stappen die het kabinet wil zetten om de asielinstroom te beteugelen zijn helemaal niet het toppunt van extreem beleid.” Hij bedoelt: het kabinet wil niet de noodtoestand uitroepen, maar zich ‘slechts’ beroepen op een uitzonderingsbepaling in de nationale Vreemdelingenwet. Dat maakt het mogelijk de gezinshereniging te beperken. Ook hoeft de IND dan tijdelijk geen verblijfsvergunningen voor onbepaalde tijd meer af te geven.

Het argument dat het kabinet weliswaar niet van plan is de noodtoestand uit te roepen, overtuigde de oppositie woensdag echter niet. De reden: bij het activeren van die uitzonderingsbepaling wordt het parlement op afstand gezet.

Dat zit als volgt. Stel, het kabinet concludeert dat de situatie ernstig is, dan wordt het buiten werking stellen van de genoemde delen van de Vreemdelingenwet meteen van kracht. Dit betreft namelijk een eigenstandige bevoegdheid van asielminister Faber. Wel moet zij de tijdelijke, strenge regels meteen nadat die zijn ingegaan „onverwijld” netjes vastleggen in een wet en voorzien van een „dragende motivering”, voorleggen aan de ministerraad. Kan dat orgaan ermee leven, dan wordt de Raad van State om advies gevraagd.

Afhankelijk daarvan kan de ministerraad besluiten de wet wel of niet aan de Tweede en Eerste Kamer voor te leggen. Pas als dat gebeurt kan de volksvertegenwoordiging de wet al dan niet goedkeuren. Er kunnen dan echter zomaar drie maanden zijn verstreken. Al die tijd zijn de regels van kracht, zonder dat de Kamer daar iets over te zeggen heeft.

NSC-woordvoerder Nicolien van Vroonhoven, die Pieter Omtzigt verving, zat in een lastig parket toen vrijwel alle oppositiepartijen haar voorhielden dat ‘het staatsrechtelijk geweten’, Omtzigt, in zijn tijd als Kamerlid nooit akkoord zou zijn gegaan met die procedure. „Ik heb de indruk dat NSC niet heeft overzien waar ze tijdens de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord mee heeft ingestemd”, aldus Bontenbal. Zijn suggestie, geheel in Omtzigtiaanse stijl: laten we de landsadvocaat om advies vragen.

„Ik heb de indruk dat NSC niet heeft overzien waar ze mee heeft ingestemd”” - CDA-fractievoorzitter Henri Bontenbal

Op die zet was Van Vroonhoven duidelijk niet bedacht. Onnodig, stamelde ze, want het kabinet beschikt al over tal van interne stukken en adviezen. Daarmee raakte ze verstrikt in de strik die Bontenbal voor haar had gespannen. De oppositie bracht namelijk nog ‘een Omtzigtje’  in door te eisen dat die stukken dan ook zo snel mogelijk met de Kamer moeten worden gedeeld; iets waar Van Vroonhoven geen voorstander van bleek.

Gevoelige tik

Door de aanvallen van de oppositie liep NSC flinke reputatieschade op. De partij die voortdurend betoogt  dat de volksvertegenwoordiging het hoogste orgaan is, lijkt te hebben ingestemd met een procedure waarmee diezelfde volksvertegenwoordiging tijdelijk door de ministerraad kan worden overruled. Dat is voor de partij een gevoelige tik.

De SGP deed niet mee aan het publiekelijk bekritiseren van Van Vroonhoven, al zei SGP-leider Stoffer wel dat het kabinet de wet „op z’n minst te laat” naar de Kamer stuurt. „Waarom kiest het kabinet voor activering van het noodrecht en niet voor spoedwetgeving, die keurig langs de Kamer gaat? Ik denk nog steeds dat spoedwetgeving veel verstandiger is”, zo verwoordde Stoffer in zijn eigen spreektijd het standpunt van de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer