Kerk & religieMeditatie
Meditatie: Gods planting
Johannes Calvijn

Psalm 92:13

„Die in het huis des HEEREN geplant zijn, die zal gegeven worden te groeien in de voorhoven van onze God.”
Psalm 92:13

We horen wat onze Heere Jezus Christus zegt in Mattheüs 15, namelijk dat elke plant die de hemelse Vader niet geplant heeft, zal worden uitgetrokken. Laten we daarom de kinderen van deze wereld niet benijden, als we ze hoog geplaatst zien, in de adelstand verheven en met hoge waardigheden en wat al niet meer. Dan hebben we geduldig af te wachten en onze lage rang rustig te verdragen. Al drijft de wereld de spot met ons en al ver­acht ze ons: laat het ons genoeg zijn dat we in hoge achting staan bij God en Zijn engelen.

Maar evengoed mogen we verwachten dat God waarmaakt wat in een andere tekst gezegd wordt (Psalm 92:13): dat de rechtvaardige zal groeien als een palm en hoog opgericht zal staan als de ceder van de Li­banon. Maar wel op een andere manier, want er staat dat „hij zal geplant zijn in de voorhof van het huis des Heeren”. Als er gezegd wordt dat ze in Gods huis zullen geplant zijn, dan wil dat zeggen dat ze door Hem zullen worden gezegend. En daar ligt nu juist ons blijvende geluk in, zodat we de jaren door vast kunnen staan, zoals Psalm 102 zegt. En omdat God niet verandert, zoals de wereld, die veroudert en ver­gaat, maar altijd aan Zichzelf gelijk blijft, zegt de profeet ten slot­te dat de kinderen van de gelovigen hun woonplaats zullen hebben.

Johannes Calvijn,
predikant te Genève

(”Dertien preken over de verkiezing van Jakob en de verwerping van Ezau”, 1562)

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer