Armoede voor een op de drie kinderen oorzaak van slechte schoolprestaties
Drie op de tien kinderen groeit op in een stressvolle thuissituatie, zo blijkt uit een onderzoek in opdracht van de ABN AMRO Foundation en het Jeugdeducatiefonds. „Schokkend”, vindt directeur Hans Spekman.
In vrijwel alle gevallen kampen de ouders met financiële stress. „Ze moeten al besparen op de eerste levensbehoeften, zoals het ontbijt. Komt er dan nog een ouderbijdrage van de school bij, dan kunnen ze die niet betalen”, reageert Hans Spekman op het rapport ”Kansenongelijkheid in Nederland” van onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek dat maandag werd gepubliceerd. Het landelijke onderzoek had plaats onder kinderen uit groep vijf van 6000 basisscholen.
Op school heeft armoedestress een weerslag op de cijfers van de kinderen. „Ze voelen zich vervelend en presteren minder. Ze lopen vast in hun hoofd. Hun zelfbeeld is laag. Ze hebben geen mogelijkheid of kans om andere keuzes te maken. En bij Cito-toetsen scoren ze onder de maat.”
Hij benadrukt dat het gaat om kinderen met een of meer ouders die al fulltime werken. Uit noodzaak. „We hebben momenteel in ons land een klasse van werkende armen. Ze kunnen het met twee volledige salarissen gewoon niet rooien. De vaste lasten lopen op, de boodschappen zijn duur en de extra schoolkosten zijn voor hen dan eigenlijk niet meer op te brengen. Dat is nu echt anders dan in de jaren 80 en 90. Toen had vrijwel iedereen genoeg inkomen om de vaste lasten en de boodschappen te betalen.”
„De ouders kunnen het met twee volledige salarissen gewoon niet rooien” - Hans Spekman, directeur Jeugdeducatiefonds
Het gevolg is dat een op de vier kinderen zonder ontbijt naar school gaat. Een op de vijf kinderen heeft geen fiets; eenzelfde deel beschikt niet over een eigen slaapkamer of eigen bed. Ook heeft een op de vijf kinderen geen zwemdiploma. Vaak is er geen boek in huis en gaan de kinderen niet op vakantie.
Daarnaast hebben met name de oudste kinderen in zulke gezinnen een zorgtaak die hun ook stress oplevert: ze moeten het gezin draaiend houden als beide ouders aan het werk zijn. „En dat is niet omdat moeder het nu eenmaal leuk vindt om voor dag en dauw op te staan om te werken. Ze heeft geen keus. Ze moet uren maken. Ik vraag me af hoelang we als maatschappij moeten accepteren dat moeders op de meest onmogelijke tijden moeten werken, terwijl ze eigenlijk in het gezin moeten zijn”, reageert Spekman. Dan doelt hij ook op alleenstaande ouders.
Het rapport duidt de gevolgen van de armoedestress in de gezinnen in euro’s. Kinderen die opgroeien in betere buurten verdienen als ze volwassen zijn jaarlijks 5700 euro meer. Dat blijft het geval wanneer de kinderen uit gezinnen van werkende armen te maken krijgen met minder stress.
Spekman is ronduit helder over de vérstrekkende gevolgen hiervan: „Zij zijn de armen van morgen. Dat durf ik voor de langere termijn wel te voorspellen. Dat heeft een-op-een met elkaar te maken. Er bestaan in Nederland van oudsher arme gebieden. Wij zijn niet in staat geweest dat armoedepatroon systematisch te doorbreken.”
Er moet iets gebeuren, vindt de directeur van het Jeugdeducatiefonds. „En dat heeft niets te maken met een linkse politieke agenda. Wel met solidariteit in de samenleving. We moeten in de maatschappij een tweedeling tussen rijk en arm voorkomen. En we moeten zuinig zijn op ons toekomstige arbeidspotentieel.” Het rapport laat weten dat als deze kinderen dagelijks een schoolontbijt krijgen à 400 euro per kind per jaar, levert dat de samenleving op termijn 60 miljoen extra euro op aan binnenlands product. Spekman is blij dat het schoolontbijt is gebleven.
„Kinderen van werkende armen zijn de armen van morgen” - Hans Spekman, directeur Jeugdeducatiefonds
„Als je de thuisstress weghaalt, nemen de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen en hun prestaties flink toe.” Volgens Spekman zijn er eenvoudige maatregelen die de overheid en de samenleving kunnen nemen „als de wil er is. Ik kan de huidige levensomstandigheden van zo veel kinderen niet accepteren als gegeven. Ik droom van een samenleving waarin alle kinderen kunnen meedoen.”