Hoe zorgminister Agema haar eigen standpunten steeds vaker corrigeert
Als Tweede Kamerlid koos Fleur Agema doorlopend voor de aanval. Als minister kost het haar duidelijk meer moeite zich als PVV’er te laten gelden. Kan Agema haar partijprofiel als minister wel voldoende bewaken?
Woensdag debatteert de Tweede Kamer met minister Agema over het al dan niet leveren van apenpokkenvaccins aan Afrikaanse landen. Tegen het advies van het RIVM in wilde de PVV-minister in eerste instantie niets leveren. De huidige voorraad is nodig voor als het virus in Nederland uitbreekt, zo luidde haar argumentatie.
Een meerderheid in de Tweede Kamer denkt daar echter anders over en wil dat Agema gewoon levert. Om bij het debat van woensdag een afgang te voorkomen, liet de bewindsvrouw vrijdag weten dat de Kamer wat haar betreft aan zet is. „Uiteindelijk is de Kamer de baas”, zei Agema, die er duidelijk al van uitging dat ze de vaccins binnenkort toch moet sturen.
Spoedeisende hulp
Die draai is tekenend voor hoe Agema zich de afgelopen maanden als minister beweegt. De PVV-bewindsvrouw, die altijd al „heel graag” minister van Volksgezondheid wilde worden, verdedigt steeds vaker beleid waar ze in haar tijd als Kamerlid juist tegen was.
Zo kwam de minister niet in het geweer tegen de voorgenomen sluiting van de spoedeisende hulp en de intensive care in het ziekenhuis Zuyderland in Heerlen. Het ziekenhuis wil die afdelingen verplaatsen naar Sittard-Geleen.
Agema en de PVV pleitten in het verleden voor het openhouden van volwaardige ziekenhuizen. Maar bij haar bezoek aan het ziekenhuis in Heerlen afgelopen maand trok Agema dat laatste begrip in twijfel. „Wat is volwaardig?” vroeg ze zich hardop af. Agema kon overigens ook niet veel doen tegen de sluiting. De spoedeisende hulp en de intensive care openhouden met geld van het Rijk zou een lastig precedent kunnen scheppen voor het zorgministerie.
„Ik heb de afgelopen acht weken een hoop bijgeleerd” - Fleur Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Welkome investering
Ook over private equity in de zorg lijkt Agema nu anders te denken, zo bleek donderdag toen ze voor het eerst met de Kamer in debat ging. Waar het Kamerlid Agema private investeerders liefst helemaal uit de zorg zag verdwijnen, ziet minister Agema het geld dat die partijen meebrengen nu als een welkome investering. „Onze zorg is van oudsher privaat georganiseerd. Pensioenfondsen of verzekeraars die iets toevoegen en innovatie op poten zetten en gaan voor duurzame investeringen in de zorg, wil je niet kwijtraken”, zei de minister tijdens het debat.
De vraag van CDA-Kamerlid Harmen Krul of Agema’s voorganger Conny Helder niet exact hetzelfde had kunnen zeggen, pareerde de PVV’er met: „Ik heb de afgelopen acht weken een hoop bijgeleerd.”
Lichtpuntjes
In hoeverre de komende periode voor Agema in het teken zal staan van ”omdenken en bijleren”, moet blijken. Er zijn lichtpuntjes, al zijn die schaars. Om er één te noemen: Agema staat er niet alleen voor en kan het treffen van soms pijnlijke maatregelen af en toe overlaten aan haar secondanten: de staatssecretarissen Vincent Karremans en Vicky Maijer, al is die laatste ook van de PVV. Niet uit te sluiten is dat de twee geregeld op elkaars schouder moeten uithuilen.
Zo is een lastige keus die Maijer moet verdedigen dat de onder Rutte IV ingeboekte bezuiniging op de ouderenzorg nog altijd op de planning staat. Als Prinsjesdag daarin geen verandering brengt, is er in 2025 voor de langdurige ouderenzorg bijna 700 miljoen minder beschikbaar – iets wat de oppositie de PVV zeker zal inwrijven.