PolitiekStikstofbeleid
Natuurbeleid op de schop, maar grote opgave blijft

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), waarin provincies plannen moeten maken om problemen met stikstof en waterkwaliteit aan te pakken, komt in zijn huidige vorm te vervallen. Zes vragen.

Minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Wat is het nieuws?

Officieel is het nog niet, maar de NOS meldde woensdag als eerste dat het kabinet stopt met het NPLG, dat door het vorige kabinet werd gelanceerd. Haagse bronnen laten aan het ANP weten dat het kabinet in het regeerprogramma met een nieuwe aanpak komt. Dat programma moet er voor Prinsjesdag liggen en komt naar verwachting eind volgende week.

Wat is het NPLG ook alweer?

Het vorige kabinet, en toenmalig minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal in het bijzonder, wilde met het NPLG meerdere opgaven gecombineerd aanpakken. Het ging daarbij om drie zaken: natuurherstel en -verbetering (waarbij het vooral draaide om stikstof), verbetering van de waterkwaliteit en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Op al deze onderwerpen zijn er forse uitdagingen voor de agrarische sector. Op het gebied van natuur en stikstof zijn er bijvoorbeeld de wettelijk vastgelegde doelen voor 2025, 2030 en 2035.

Provincies kregen doelstellingen mee en onder hun regie moesten er gebiedsprogramma’s worden opgesteld. Dat zijn plannen per gebied om de doelen te halen. Hiervoor moesten provincies met betrokken partijen aan tafel.

Hoe ver waren de provincies hiermee?

Vorig jaar moesten provincies een eerste versie van hun provinciale programma opleveren. De provincies vroegen in totaal om ruim 58 miljard euro, veel meer dan de 24,3 miljard euro die het vorige kabinet in totaal beschikbaar wilde stellen in een „transitiefonds” voor het landelijk gebied.

Eerder dit jaar werd bijna 1,3 miljard euro vrijgemaakt om provincies een eerste reeks maatregelen te laten kunnen uitvoeren.

„De afgelopen jaren is veel tijd en geld geïnvesteerd in gebiedsprocessen. Dit heeft bij gebiedspartners ook verwachtingen gewekt” - IPO, koepelorganisatie provincies

Wat ging vooraf aan het op de schop nemen van het beleid?

Coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB spraken in de formatie af niet door te gaan met het plan voor een transitiefonds. Het overgrote deel van de genoemde 24,3 miljard werd dan ook geschrapt; een beperkt deel was al gereserveerd of uitgegeven. Tegenover het schrappen van deze geldpot staat wel dat er tot en met 2030 in totaal 5 miljard euro beschikbaar komt voor de agrarische sector, met daar bovenop structureel 500 miljoen euro per jaar voor agrarisch natuurbeheer. Onder de streep is er de komende jaren dus fors minder geld beschikbaar. Duidelijk was dat dit van invloed zou zijn op de provinciale aanpak.

Wat betekent dit besluit?

Dat is vooralsnog niet echt duidelijk. Provincies hebben veel tijd gestoken in de gebiedsplannen. Voorafgaand aan een debat over onder meer het NPLG, deze woensdag in de Tweede Kamer, vroegen de provincies om een heroriëntatie op de aanpak voor het landelijk gebied. „De afgelopen jaren is veel tijd en geld geïnvesteerd in gebiedsprocessen”, schreef het IPO, een koepelorganisatie van de provincies in een brief met inbreng voor het debat. „Dit heeft bij gebiedspartners ook verwachtingen gewekt. Er is snel duidelijkheid nodig over de vraag hoe we de grote opgaven in het landelijk gebied in samenhang oppakken.”

Hoe nu verder?

Veel is nog onduidelijk. Een van de vragen is bijvoorbeeld of provincies wél door kunnen met plannen waar breed draagvlak voor is, maar waar nog geen geld voor is uitgekeerd. Ook het alternatief voor het NPLG is nog onbekend.

Helder is wel dat de wettelijke doelen voor onder meer vermindering van de belasting van stikstof op de natuur blijven staan. Als alle wensen uit het coalitieakkoord worden gerealiseerd, wordt de stikstofopgave makkelijker te halen. Bij meer dan enkele voorstellen uit het hoofdlijnenakkoord –zoals het invoeren van een drempelwaarde van 1 mol bij de toekenning van natuurvergunningen en het afschaffen van de kritische depositiewaarde (kdw) als maatstaf voor de doelstelling in het natuurbeleid– is het echter maar zeer de vraag of ze de komende jaren te realiseren zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Stikstof
Landbouw

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer