Paus Franciscus heeft in zijn eerste toespraak in Indonesië een betoog gehouden tegen religieus geweld. Hij sprak ongeveer driehonderd politieke en religieuze leiders toe en riep hen op om meer te doen tegen extremisme en om de dialoog met elkaar te blijven aangaan.
„Op die manier kunnen we vooroordelen wegnemen en kan een klimaat groeien van wederzijds respect en vertrouwen”, zei de 87-jarige paus in het presidentiële Merdeka-paleis in Jakarta. „Dat is onmisbaar voor onze gezamenlijke uitdagingen, zoals het tegengaan van extremisme en onverdraagzaamheid.”
Indonesië is een overwegend islamitisch land. Het heeft de grootste moslimbevolking ter wereld en slechts een kleine christelijke minderheid. Godsdienstvrijheid staat in de grondwet, maar de laatste jaren zijn er meerdere gewelddadige extremistische aanvallen geweest. Zo was er in 2021 nog een bomaanslag bij een katholieke kerk.
De Indonesische president Joko Widodo sloot zich in zijn toespraak aan bij de uitspraken van Franciscus. „Indonesië wil net als het Vaticaan vrijheid en tolerantie verspreiden.” De president dankte de paus ook voor zijn oproepen tot een staakt-het-vuren in de Gazastrook.
Het hoofd van de katholieke kerk werd woensdagochtend ontvangen door Widodo en defensieminister Prabowo Subianto, die volgende maand het presidentschap overneemt. Honderden kinderen zwaaiden met vlaggetjes van Indonesië en het Vaticaan en riepen „welkom paus”. Franciscus kwam bij het paleis aan in zijn rolstoel, maar gebruikte bij zijn ontmoeting met Widodo een wandelstok.
De paus kwam dinsdag aan in Indonesië, zijn eerste stop op een twaalfdaagse reis door Zuidoost-Azië. Hij spreekt daar ook nog met katholieke bisschoppen en neemt deel aan een interreligieuze bijeenkomst in de Istiqlalmoskee, de grootste moskee van Indonesië. Later reist hij door naar Papoea-Nieuw-Guinea, Oost-Timor en Singapore.