John Kirby, de woordvoerder van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad, zei dinsdag dat Washington het „ongerechtvaardigde arrestatiebevel” veroordeelt. Kirby noemde het een voorbeeld van hoe de Venezolaanse president Nicolás Maduro met geweld de macht in handen probeert te houden.

Het hoofd buitenlandse zaken van de EU, Josep Borrell, liet op X weten dat hij genoeg heeft van „de repressie en intimidatie van de oppositie en de maatschappij”. Volgens Borrell „moet de wil van het Venezolaanse volk worden gerespecteerd”.

In een gezamenlijke verklaring zeiden Argentinië, Costa Rica, Ecuador, Panama, Paraguay, Peru, de Dominicaanse Republiek en Uruguay dat ze het bevel verwerpen. Ook de Braziliaanse diplomatieke adviseur Celso Amorim zei tegen Reuters dat het bevel „zeer zorgwekkend” was. Amorim sprak de hoop uit op een oplossing voor de politieke crisis in het buurland van Brazilië.

Maduro verklaarde zichzelf tot winnaar van de presidentsverkiezingen, een uitslag die vele landen niet erkennen. De oppositie, die beter in de peilingen stond, deelde een eigen verkiezingsuitslag, waaruit bleek dat González Urrutia gewonnen zou hebben.