De consumentenprijzen in Nederland blijven behoorlijk stijgen en de inflatie is nog altijd hoog. Voor buurlanden België en Duitsland geldt dat veel minder. Hoe komt dat precies?
Terwijl buurlanden België en Duitsland de inflatie deze maand flink zagen kelderen, bleven Nederlandse consumentenprijzen onverminderd hard stijgen. Die gingen voor de tweede maand op rij met ruim 3,5 procent omhoog. Dat bleek vrijdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De Belgen profiteren van energieprijzen die minder hard stijgen en boodschappenkosten die nagenoeg gelijk blijven. Daardoor ging het Belgische inflatiecijfer van 3,6 procent naar 2,9. Duitse media koppen op hun beurt trots dat het Duitse inflatiecijfer (1,9 procent) voor het eerst in 3,5 jaar onder de 2 procent is gedoken. In juli stegen de Duitse consumentenprijzen nog met 2,3 procent.
Huurverhoging
Dat Nederland het moet doen met een beperkte daling van slechts een tiende procentpunt (van 3,7 naar 3,6 procent) heeft volgens hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS voor een belangrijk deel te maken met de historisch forse huurverhogingen die op 1 juli zijn doorgevoerd. Toen stegen de huurprijzen met maar liefst 5,5 procent. De laatste keer dat de huren met meer dan 5 procent omhoog gingen was in 1994, zo laten CBS-cijfers zien.
Ook het doen van boodschappen is 5,5 procent prijziger geworden, ziet Van Mulligen in de statistieken. Vooral de accijnsverhoging op tabak stuwt de kosten voor boodschappen flink op. Die verhoging ging in april dit jaar al in, maar verkopers konden toen nog teren op de tabaksvoorraad die ze voor een lagere prijs hadden ingeslagen. Inmiddels zijn de goedkoper ingeslagen sloffen al over de toonbank gegaan en geldt een hogere verkoopprijs.
Van Mulligen: „Of we ons zorgen moeten maken? Zorgen maken is voor centrale bankiers. Maar dure boodschappen en huurverhogingen zijn voor de consument in ieder geval niet plezierig.”
„Dure boodschappen en huurverhogingen zijn voor de consument in ieder geval niet plezierig” - Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom CBS
Bij de Nederlandsche Bank geven ze in ieder geval nog geen blijk van grote zorgen. Een woordvoerster wijst er enkel op dat het huidige inflatiecijfer afwijkt van de Europese inflatiedoelstelling van 2 procent. En, stipt ze aan, de factoren die nu leiden tot prijsstijgingen –de huurverhoging en de accijnsverhoging– zijn van tijdelijke aard.
Nieuwe schatting
Opvallend genoeg sprak De Nederlandsche Bank in juni de verwachting uit dat de consumentenprijzen dit jaar gemiddeld met 2,8 procent omhoog gaan. Of dat percentage nu ook daadwerkelijk gehaald wordt, kan de woordvoerster niet zeggen. Pas in december komt de centrale bank met een nieuwe schatting.
Wel blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Planbureau dat Nederland dit jaar hoogstwaarschijnlijk een veel forsere inflatie voor de kiezen krijgt dan eerder gedacht. In de nieuwste schattingen komt het planbureau op een gemiddeld inflatiepercentage van 3,6 procent dit jaar.
De vraag is overigens of Nederlanders jaloers naar het inflatiecijfer van de oosterburen moeten lonken. Voor grensbewoners is het lagere inflatiecijfer uiteraard ideaal. Maar Duitse economen verwachten wel dat het Duitse inflatiecijfer de komende zes tot twaalf maanden richting de 3 procent kruipt.