De inflatie in Nederland is in augustus licht afgekoeld tot 3,6 procent op jaarbasis. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een snelle raming. In juli liep de inflatie nog op tot 3,7 procent, van 3,2 procent in juni. In mei werd het dagelijks leven 2,7 procent duurder.
In juli veroorzaakten vooral hogere woninghuren en hogere tabaksprijzen de stijging van de inflatie. In augustus stegen de prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak met 5,6 procent, vergeleken met een prijsstijging van 5,4 procent in juli. Ook de prijzen van diensten liepen in augustus verder op met 5,8 procent, tegen 5,7 procent in juli. De prijzen van energie (inclusief motorbrandstoffen) waren in augustus juist veel minder hoog dan in juli.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode was in augustus 3,3 procent, tegen 3,5 procent in juli. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
Later op de dag komt het Europese statistiekbureau Eurostat met cijfers over de inflatie in de eurozone in augustus. Die bedroeg in juli 2,6 procent. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft een inflatiedoelstelling van 2 procent. Sinds medio 2021 lag de inflatie in het eurogebied elke maand boven dat niveau.
De inflatie speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de ECB. Over twee weken beslist de centrale bank opnieuw over de rentetarieven. Op de financiële markten wordt verwacht dat de leenkosten dan voor de tweede keer dit jaar worden verlaagd, na een rentepauze in juli.
