Oudere foetert op stoep fietsende RD-correspondent uit in Kopenhagen
Denen staan bekend om hun waardering voor regels en structuur in het openbare leven. Vooral de ouderen hechten er grote waarde aan. Dit bleek onlangs, op een stralende zomerdag, toen ik mijn fiets op de stoep parkeerde.
Nadat ik geld had gepind, reed ik nog even door op de brede, vrijwel verlaten stoep. Voor mij naderde met rasse schreden een oudere vrouw die vervaarlijk zigzaggende bewegingen met haar rollator maakte, alsof ze achtervolgd werd door een vuurwapengevaarlijke crimineel. Nieuwsgierig en argeloos reed ik haar tegemoet. Toen ik haar links wilde passeren, zwenkte ze ook ineens naar links, zodat we beiden abrupt tot stilstand kwamen om een botsing te vermijden. Ze keek me met een vernietigende blik aan en begon een preek tegen mij af te steken, een waar menig voorganger jaloers op zou zijn. „Dette er ikke en cykelsti!” (dit is geen fietspad!). Beteuterd beloofde ik beterschap.
Denen staan bekend om hun waardering voor regels en structuur in het openbare leven, vooral de ouderen. Als het verkeerslicht rood is, stop je altijd, ongeacht of er wel of geen verkeer in de buurt is. Eens wilde ik laat in de avond een totaal verlaten zebrapad oversteken. Een oudere Deen siste mij toe dat dit toch echt niet kon, want het verkeerslicht was toch rood! De snelste manier om de nogal bedaarde Denen op stang te jagen is door op de stoep of het zebrapad te fietsen.
Ik ben dan wel geen wildebras op de weg, maar ook niet de meest voorbeeldige verkeersdeelnemer. Dat betekent dat je nogal eens getoeter, afkeurende blikken, een verontwaardigde uitroep of een preek moet ondergaan. Je wordt ook stevig aangepakt als je in overtreding bent. Zo werd ik onverbiddelijk op de bon geslingerd (750 DKK = 100 euro) toen ik eens vergat in te checken voor de metro.
In dit land hecht men veel waarde aan sociale samenhang en solidariteit, en regels worden daarbij gezien als een manier om de samenleving goed te laten functioneren. Men hecht niet alleen aan voorschriften buitenshuis, zoals in het verkeer, maar ook binnenshuis.
Ooit verbleef ik in een onderkomen waar de huisbaas kwistig was met A4’tjes vol regels, bijvoorbeeld over hoe de keuken schoon te houden, hoe diverse apparaten en machines te gebruiken. Hij vond zelfs dat schoenen buiten onder een afdakje moesten worden achtergelaten, want het was ten strengste verboden deze binnen aan te houden.
Met zo’n woud van voorschriften waan je je in concentratiekampachtige oorden, maar dat viel reuze mee. De regels waren er niet om dwars te zitten, maar waren functioneel en ter bevordering van de properheid en het sociale welzijn. Denen zijn dan ook pragmatisch en bereid om richtlijnen te herzien als ze ineffectief of achterhaald zijn.