De huizen met oneven nummers op de Generaal Bothastraat in Haarlem liggen te blakeren in de zon. Fietsen staan tegen de gevels, voortuinen zijn afwezig in de smalle straat. Bij de meeste woningen, gebouwd in de eerste decennia van de vorige eeuw, zijn de ramen en gordijnen potdicht. Hier en daar staat ook juist alles open.

De Generaal Bothastraat ligt in de meest versteende buurt van Haarlem, wat weer de meest versteende stad van Nederland is, volgens  onderzoek  van Natuur en Milieu uit 2022. En inderdaad, de enige bomen die hier staan, zijn kleine, dunne lijsterbessen. Een paar in de hele straat. Schaduw geven ze nauwelijks. Verder is er geen groen, op wat onkruid en wat begroeiing tegen een enkel huis na. De gevoelstemperatuur ligt hier duidelijk hoger dan gemiddeld.

„Of ik het warm heb? Kijk maar naar m’n hoofd!” Dries Driessen (43) is in de woonkamer aan het stofzuigen. Het zweet staat hem inderdaad op het voorhoofd, op deze tropische dag. De voordeur heeft hij openstaan. Hij weet dat meestal geadviseerd wordt om op warme dagen ramen en gordijnen te sluiten. „Maar dan wordt het hier één bak hitte. Nu ik de deuren tegen elkaar openzet, valt het nog wel mee.” En inderdaad, een verkoelend briesje komt uit de deur.

Toch wordt het op warme dagen behoorlijk heet binnen, zegt Driessen. „We hebben weleens een airco overwogen. Maar voor die paar keer per jaar vonden we het toch niet de moeite. Wel hebben we een ventilator, vooral voor de kinderen. Dat scheelt wel.”

Duinen

Ook Lotte Herink (41), die net op de fiets stapt, heeft moeite het binnen koel te houden. „In de achtertuin hebben wij een blauwe regen. Die noem ik ook wel de groene parasol. Maar in huis is het minder goed te doen. De zon staat er pal op. En ik heb achter geen gordijnen, dat helpt ook niet mee.” Herink beziet de warmte echter van de positieve kant. „Ik geniet juist erg van dit weer. De zomer is van korte duur. En wij wonen hier vlak bij de duinen.”

„In de achtertuin hebben wij een blauwe regen; die noem ik ook wel de groene parasol” - Lotte Herink, bewoner Generaalsbuurt in Haarlem

De gemeente Haarlem is bezig met vergroenen, zegt een woordvoerder desgevraagd. Zo wordt bijvoorbeeld bij het opnieuw aanleggen van een straat bekeken hoe die groener kan worden. Maar juist in een oude arbeidersbuurt als de Transvaalwijk is dat een „grote uitdaging”. Reden is dat de wijk erg dichtbebouwd is. Voor het planten van een boom is vaak simpelweg geen ruimte. Toch gebeurt er wel wat. De gemeente stimuleert het aanleggen van groen, zegt de woordvoerder, onder meer met subsidies. Bijvoorbeeld het Pretoriaplein  transformeerde vorig jaar. Buurtbewoners wipten daar de tegels eruit. In plaats daarvan kwamen gras en planten.

Isolatie

Maar niet overal in de Generaalsbuurt is zoiets mogelijk. Marvin Bakker woont net een jaar in de wijk, in een bovenwoning. De hitte valt hem tegen, zegt hij. „Het is bij ons nu 28 graden binnen. Eerst woonde ik bij mijn ouders in een veel groener deel van Haarlem, daar was het een stuk behaaglijker.” De twintiger heeft zijn bovenwoning zelf verbouwd en geïsoleerd, maar de isolatie is op dagen als deze eigenlijk geen voordeel, zegt Bakker. „Daardoor blijft de warmte hangen. Daarom doe ik toch ramen en deuren open.”

Diezelfde keuze maakt Mariana Bissett (66). Ook bij haar staat de voordeur open om wat verkoelende wind binnen te laten. Bissett komt uit Zuid-Afrika, vertelt ze, en is deze zomer een aantal maanden op bezoek bij haar kinderen. Die wachten nog op de levering van nieuwe ramen en een nieuwe voordeur. Die zouden wat minder hitte moeten binnenlaten, zegt Bissett. Desondanks vindt zij de warmte wel meevallen, lacht ze. In Zuid-Afrika is ze immers wel warmer gewend. „This is okay.”