Heeft katzwijm met een kat te maken?
Mijn jongste nichtje is een goedlachse baby. Het kind laat menigeen in katzwijm vallen, werd onlangs hardop vastgesteld. Waarop ik dacht: wat is dat eigenlijk een bijzonder woord, katzwijm. Waar komt dat vandaan?
Er zijn verschillende uitleggingen. Het gerenommeerde Woordenboek der Nederlandsche Taal noemt de volgende betekenis: „Gemeenzame benaming voor eene (kortstondige) bezwijming, eene flauwte, bij vergelijking met een stuip van een kat.” Het dikste woordenboek ter wereld stelt dus dat ”katzwijm” een samenstelling is waarbij met ”kat” het viervoetige dier wordt bedoeld.
Ergens anders las ik iets soortgelijks. Daar werd de kat er ook bijgehaald om de kortstondigheid van de bezwijming aan te duiden. Niet vanwege een stuip van het harige huisdier, maar omdat een kat na een val heel snel weer op zijn pootjes staat. Wie in katzwijm valt, valt dus even flauw, maar staat daarna gauw weer op zijn voetjes.
Het Vlaamse tijdschrift Biekorf –dat gaat over geschiedenis, archeologie, taalkunde en volkskunde– schreef in 2009 ook over katzwijm. Frans Debrabandere, de auteur van het artikel, stelt dat de herkomst van katzwijm niets met katten of katers te maken heeft. Hij stelt dat ”katzwijm” is ontstaan vanuit ”kwakzwijm”.
„Volksetymologie is het proces waarbij een onbekender woord door een verkeerde interpretatie verandert in een bekender woord”
”Kwak” is, zo zegt Debrabandere, een woord dat onder vissers wordt gebruikt en ”licht zeeziek” betekent. In de 17e eeuw kwam ook het woord ”kwaks” voor, met als betekenis: flauw, de bezwijming nabij. Als iemand kwaks was, dan viel hij bijna flauw omdat hij sterk overweldigd werd door iets – bijvoorbeeld de lieve lachjes van een baby. Later ontstond met dat woord de samenstelling ”kwakzwijm”. Dat is dus eigenlijk dubbelop: flauw-zwijm. En door volksetymologie zou vanuit ”kwakzwijm” het inmiddels bekende ”katzwijm” zijn ontstaan.
Volksetymologie is een proces waarbij een onbekender woord door een verkeerde interpretatie verandert in een bekender woord. De woorden ”avontuur” en ”nachtmerrie” zijn bijvoorbeeld door volksetymologie ontstaan.
”Het avontuur” was ooit ”de aventuur”. De ”o” is in de 17e eeuw door de gedachte aan het bekende ”avond” in het woord terechtgekomen, en door de gedachte aan ”het uur” werd het een het-woord.
”Nachtmerrie” was eigenlijk ”nachtmare” (nachtspook), maar het woord ”mare” raakte verouderd en men ging er het bekendere merrie voor in de plaats gebruiken.
En zo veranderde ”kwakzwijm” dus langzamerhand in ”katzwijm”, omdat katten bekender waren dan kwakken.
Redacteur Chris Klaasse bespreekt een taalkwestie. Reageren? chris@rd.nl