Vlinders en vogels, kikkerdril en mollen: die kun je allemaal als burger tellen, in je eigen tuin. Maar heeft tellen zin? Wat gebeurt er eigenlijk met die berg aan data?
Tuintellingen, zoals de vlindertuintelling dit weekend, zijn er in vele soorten en maten. Alleen dit jaar al staan er nog vier evenementen op de agenda: naast de vlinders kunnen tuinbezitters ook wespen, egels en planten turven. Voor wie er geen genoeg van kan krijgen, is er ook de Jaarrond Tuintelling: mensen die hiervoor zijn aangemeld, kunnen het hele jaar door tellingen doen. Ranglijstjes laten zien hoe groot het enthousiasme is: niet minder dan 867 tellingen voerde de nummer 1 alleen in 2024 al uit. Veel tellers deden in de eerste acht maanden van 2024 al duizenden waarnemingen.
Maar wat heeft het voor zin, dat tellen? Zijn de gegevens wel bruikbaar? Door de tuintellingen ontstaat inzicht in wat er leeft in de bijna 5,5 miljoen Nederlandse tuinen, zegt Jan Schoppers, meetnetcoördinator van Jaarrond Tuintelling. Die beslaan samen een gebied van tien keer de Oostvaardersplassen. „Het grootste natuurgebied van Nederland”, worden de tuinen ook wel genoemd.
Voor de start van de tuintellingen, ongeveer tien jaar geleden, hadden natuurorganisaties nauwelijks zicht op het leven in privétuinen. Inmiddels hebben zij daar een goed beeld van, hoewel de meest zichtbare soorten het vaakst worden geteld (het waarnemerseffect). Door de jaarrondtellingen hebben onderzoekers bovendien inzicht in het jaarpatroon van dieren.
Gaat het niet goed met een dier of plant, dan wordt dit vaak snel opgemerkt door de vrijwillige tellers, bijvoorbeeld rond het usutu-virus (zie Jaarrond Tuintelling). Zo houden natuurorganisaties een vinger aan de pols.
Alle gegevens van de tuintellers gaan naar de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Daarin zijn ruim 200 miljoen waarnemingen opgeslagen. Onder andere overheidsinstanties en adviesbureaus kunnen deze gebruiken voor een omgevingsvergunning.
„De tuintelling is ook een manier om mensen aan te moedigen hun tuin te vergroenen” - Jan Schoppers, meetnetcoördinator van Jaarrond Tuintelling
Schoppers hoopt dat de tuintellingen ook een manier zijn om mensen bewust te maken van de inrichting van hun tuin. „Iedereen zal wel aanvoelen dat een versteende tuin geen vogels of insecten aantrekt. De tuintelling is een manier om dat verband ook aan te tonen en mensen vervolgens aan te moedigen hun tuin te vergroenen.”