„Ook heb ik nog een poosje orgelles gekregen in een Harderwijkse kerk. Tijdens mijn studententijd ebde het allemaal wat weg, maar toen ik ben gaan werken, kocht ik een piano en nam weer les. Ik vind mezelf overigens een matige speler. Ik heb niet genoeg discipline gehad om alle akkoorden te leren.

Ik speel elk weekend wel een poosje en soms ook doordeweeks ’s avonds. Het is –net als hardlopen en lezen– een heerlijke afleiding van mijn werk in Den Haag. Zo kan ik even mijn zinnen verzetten. Ik speel zowel klassiek als modern. Ik speel soms ook mee met popnummers uit de jaren tachtig.

Mijn droom is het aanschaffen van een babyvleugel. Ik ben geen concertpianist hoor, maar het staat ook zo mooi. De piano is een mooi sieraad in onze Rotterdamse huiskamer.

Live pianomuziek is het mooiste wat er is. Toen we als gezin nog in Den Haag Benoordenhout in een winkelstraat woonden, bleef onze buurvrouw altijd langer op het toilet zitten omdat ze zo genoot van het pianospel.”