Directeur Jan Post van de Reparatiewinkel in Ede weet het zeker: Repareren heeft de toekomst.
Toen Post in 2006 met het plan kwam om een reparatiewinkel te starten, kreeg hij het dringende advies van eigenaren van reparatiebedrijven: Doe het niet! Post: „Ik ben altijd gewend om tegen de stroom in te gaan, dus ik deed het toch. Nu heb ik samen met mijn dochter een goedlopende zaak.”
Waarom hij de reparatiewinkel begon? Het antwoord staat achter op de T-shirts van Post en zijn medewerkers: ”Repareren is duurzaam”. „Raar dat er zoveel wordt weggegooid wat nog prima te repareren is. Ik zie het als een verantwoordelijkheid tegenover mijn Schepper om het roer om te gooien”, aldus Post, die jarenlang ouderling was in de hervormde PKN-gemeente van Ede en betrokken is bij de plaatselijke CDA-afdeling.
Dus zit Post het ene moment achter zijn werktafel een afstandsbediening van een auto te repareren en adviseert hij het volgende moment via Teams beleidsmakers en lobbyisten over zijn thema: Repareer wat er te repareren valt. „Ik zie ze dan wel eens met een schuin oog naar al het gereedschap om mij heen kijken. Prachtig.”
Post en zijn medewerkers repareren vooral duurdere apparaten zoals koffiemachines, tv-schermen en smartphones. „Als hier iemand komt met een strijkbout van 40 euro die kapot is, verwijs ik ze door naar het Repair Café. Daar zijn vrijwilligers actief, bij ons wordt zo’n reparatie te duur.”
De Edenaar wil graag dat alle bedrijven of organisaties die spullen herstellen in het Nationaal Reparateursregister komen. „Zodat iedere consument die iets heeft dat kapot is, eerst een poging kan doen om het te laten maken, voordat het product wordt weggegooid.”
Repareren is vaak heel secuur werk. beeld Niek Stam
Jan Post voor zijn Reparatiewinkel in Ede. beeld Niek Stam
De reparatiewinkel in Ede. beeld Niek Stam
Een medewerkers van de Reparatiewinkel in Ede is bezig met het herstellen van een laptop. beeld Niek Stam
