MuziekZomergesprek

André Nieuwkoop: Bekendheid bewaart niet voor strijd en zorg

26 July 2024 13:58
André Nieuwkoop. beeld Niek Stam

Waar hij vol op het orgel gaat, puilen de kerken uit. Zijn YouTubekanaal telt ruim 22.000 abonnees en op Instagram heeft hij zo’n 10.000 volgers. Toch weet André Nieuwkoop (33) maar al te goed: een hoge positie in christelijk Nederland bewaart je niet voor strijd en zorg.

In zijn woonkamer in Werkendam trekt Nieuwkoop de registers van het orgel open. Vingers en voeten zwieren over klavier en pedaal – het volume zwelt aan. Het enorme instrument is in delen door de deur van zijn hoekwoninkje gekomen. Krap of niet, het geluid klinkt groots. De klanken zijn die van het orgel van de Grote Kerk in Dordrecht. Als de politieman zijn vingers van de toetsen tilt, galmt het geluid nog negen seconden na in de kleine ruimte.

Nadat de decibellen zijn weggestorven, schuift Nieuwkoop de orgelbank af. Voor het gesprek kiest hij een gemakkelijke stoel.

1 Wie ziet u als u in de spiegel kijkt?

„Iemand die behoorlijk kwetsbaar is, juist doordat ik zo in de belangstelling sta. Mensen kennen mij als politieman en organist en denken: die heeft zijn leven goed op orde. Bij zijn zangavonden zitten de kerken altijd vol. Maar ze zien niet dat de persoon daarachter behoorlijk veel beleefd heeft in zijn leven.

Die kwetsbaarheid heeft grotendeels te maken met mijn homoseksuele geaardheid. Mijn persoonlijke strijd hierover uit ik op het klavier. Daar vertolk ik mijn binnenste. En daarom raakt kritiek op mijn orgelspel me. Als organist doe je het nooit goed genoeg. De een vindt dat ik te langzaam speel, voor een volgende kan het niet langzaam genoeg. Ik krijg ook weleens kritiek omdat ik met mijn linkerhand tril – dat geeft een bepaald effect op de klank van het orgel. Zeker geleerde organisten vinden dat afschuwelijk. Vooral de manier waarop mensen hun kritiek uiten doet me pijn: sommigen beginnen over parkinson. Reformatorische mensen reageren misschien met minder vloeken, maar voor de rest verschillen ze niet van de wereld.

Mensen zeggen weleens dat je met kritiek leert leven. Nou, ik niet. Het is helemaal niet leuk om een bekende refo te zijn. Iedereen vindt wat van je. Ik heb weleens gedacht: bekijk het maar, ik stop ermee. Toch doe ik dat niet. Uiteindelijk waarderen veel mensen mijn orgelspel. Alleen de schreeuwers hoor je het hardst. Ik probeer mezelf te blijven – dé manier om het vol te houden. Want als ik mezelf in de spiegel aankijk, moet ik wel iemand zien die echt is.

Als ik op sociale media een fotootje uit de sportschool deel, levert dat reacties op als: „Je bent zo blij met jezelf.” Zoiets raakt me keihard. Ik ben helemaal niet zo blij met mezelf. Ik ben gewoon André en wil graag normaal blijven, daarom ben ik actief op sociale media. Het is misschien logisch dat mensen daar maar één kant van me zien, want ik plaats natuurlijk geen foto’s waarop ik huilend voor de spiegel sta. Maar wie een beetje nuchter nadenkt, voelt wel aan dat er ook een andere kant aan een mens zit.”

„Mensen zeggen weleens dat je met kritiek leert leven. Nou, ik niet” - André Nieuwkoop, politieman en organist

2 Waar en hoe komt u tot rust?

„Ik vind het fijn om naar de haven te lopen. Daar ruik ik de geur van de schepen en komen allerlei herinneringen boven. Als kind ging ik vaak met mijn opa en oma mee, die schippers waren. Elke vakantie zat ik bij hen aan boord. Dat ik veel bij hen was, heeft ermee te maken dat het thuis vaak niet lekker ging. Een paar jaar geleden zijn mijn ouders alsnog gescheiden. Een echte jeugd heb ik niet gehad; het voelt toch beknellend als je bij je oma woont. Bovendien was ik volop in strijd met mezelf over mijn homoseksuele gevoelens. Meer dan tien jaar heb ik erover gezwegen. Als binnenvaartschipper zat ik vaak uren en uren alleen in de stuurstoel. Dan kun je jezelf zo gek maken als je wilt. Tegen m’n opa en oma had ik er wel over kunnen praten, maar ik was bang dat ze er nachten van wakker zouden liggen. Soms vroeg iemand me of ik soms homo was en dan kon ik oprecht boos worden en ontkende ik glashard. Zo van: waar haal jij het gore lef vandaan om dat te denken?

Ik kwam voor het eerst uit de kast bij mijn broers en zussen en een paar jaar later, in 2020, heb ik er publiekelijk openheid over gegeven. Het vroeg moed om ermee naar buiten te komen, maar ik ben er nog steeds blij om. Ik heb veel steunbetuigingen gehad. Je hoort weleens van jongens die er niks over mogen zeggen thuis. Omdat ouders teleurgesteld zijn in hun kind door verwachtingen van de buitenwereld of omdat hun geslacht niet voortgeplant wordt. Daar kan ik totaal geen respect voor opbrengen. Zulke ideeën zijn volgens mij vooral een gebrek aan ontdekkend licht in je eigen hart. Je hebt dan niet in de gaten dat we allemaal schuldig zijn aan de zonde.

Bij de politie snappen ze geen bal van de keuze om alleen te blijven. Collega’s zien het als iets wat het geloof me aandoet. Tegelijk zijn refo’s er sterren in om de ene zonde erger te maken dan de andere. Een dominee zei eens: „In onze kring moeten homo’s eigenlijk een tien scoren, terwijl hetero’s er met een mager zesje vanaf kunnen.” Rond christelijke vakantieparken wil je ’s nachts echt niet in de weilanden komen. Maar daarvan zeggen mensen al snel: Ach, we zijn zelf ook jong geweest. Ik kan slecht tegen die hypocrisie. Het heeft me ook gesterkt in de overtuiging dat ik dan ook wel mag vertellen hoe ik ben.”

3 Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?

„Ik zal eerlijk zijn: ik haal graag kattenkwaad uit op vakantie. Meestal ga ik op reis met een van mijn beste vriendinnen – in ons geval is dat natuurlijk geen probleem. We vinden het heerlijk om samen streken uit te halen met mensen die dat totaal niet in de gaten hebben. Dan schieten we bijvoorbeeld propjes naar mensen op het terras. Of we mikken vanaf het balkon broodjes op mensen onder ons. Haha! We hebben ook weleens mensen opgebeld in hun hotelkamer en dan het geluid van blaffende honden afgespeeld. Dat hoor je dan ’s ochtends terug aan het ontbijt. „Joh, weet je wat er vannacht is gebeurd?” Dan stik ik bijna van de lach.

„Op vakantie vind ik het heerlijk om kattenkwaad uit te halen” - André Nieuwkoop, politieman en organist

Niemand verdenkt ons, want we zijn gewoon volwassen mensen. Ik kan daar ontzettend van genieten en heb het ook nodig om van tijd tot tijd een beetje gek te doen. Onze familie en vrienden zien altijd uit naar de beelden, want we filmen alles. Mijn vriendin doet dan net alsof ze aan het bellen is, terwijl de camera gewoon aanstaat als ze met de telefoon aan haar oor loopt.”

4 Welk boek ligt er op uw nachtkastje?

„Ik lees niet zo veel. Op mijn nachtkastje ligt de Bijbel, verder niet. In mijn vrije tijd zit ik liever achter het orgel of ga ik een stukje fietsen. Ik heb niet het concentratievermogen om een boek te lezen, ben snel afgeleid. In de kerk heb ik dat ook. Een preek luisteren tijdens het lopen werkt voor mij beter.”

5 Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?

„Met Paulus. Ik zou graag willen weten hoe hij tegenover de strijd van dit leven stond. Paulus was alleen, maar heeft ook over het huwelijk geschreven. Ik speel soms in huwelijksdiensten en hoor dan: „Het is niet goed dat de mens alleen zij.” Daar heb ik persoonlijk heel veel moeite mee. Waarom ben ik dan zo gemaakt? Ik kan niet zeggen dat er iemand in deze tijd leeft die daar een zinnig antwoord op kan geven. Mensen zeggen weleens: Als je alleen bent, kun je meer voor anderen betekenen. Dat weet ik ook wel. Maar het alleen zijn en niet kunnen trouwen houdt veel meer in. Het is een hele worsteling. Daar zou ik weleens met Paulus over willen doorpraten.

De apostel heeft ook geschreven over de christelijke vrijheid. Tot hoever reikt die? De ene christen vindt dat je prima een relatie met een man kunt aangaan, maar dan zonder seksualiteit. Een volgende vindt het überhaupt al uit den boze dat je homoseksuele gevoelens hebt. Zo makkelijk is het dus allemaal niet. En eenvoudige antwoorden zijn er al helemaal niet.

„Met Paulus zou ik willen spreken over de strijd van het alleen zijn” - André Nieuwkoop, politieman en organist

Ik geloof dat homoseksuele gevoelens zijn ontstaan na de zondeval en onderdeel zijn van de gebrokenheid van de schepping. Ik geloof ook dat er bij God volkomen verlossing is van zondige gevoelens bij zowel hetero’s als homo’s. In de Bijbel lees ik niet dat het verkeerd is om te houden van iemand van hetzelfde geslacht. Alleen moet je ervoor oppassen dat je geen dingen doet die binnen een huwelijk thuishoren, daar is de Bijbel duidelijk over. Maar dat laatste geldt net zo goed voor hetero’s. Je kunt wel zeggen: Als je een relatie aangaat, krijg je ook verkeerde verlangens, maar hetero’s hebben ook zondige gevoelens. Ik ben voorzichtiger geworden met stevige uitspraken over geen relatie aangaan. Wie ben ik om te zeggen dat een ander dat niet vol kan houden?

Natuurlijk twijfel ik weleens of ik toch een relatie zal aangaan. De duivel zegt dan bijvoorbeeld: Als je bekeerd moet worden, word je het toch wel. Straks zit je je hele leven op rantsoen en kun je alsnog naar de hel. Het klinkt cru, maar zo’n gedachte borrelt soms wel op.”

6 Waar luistert u naar?

„Naar jazz. Haha! Nee, orgel en samenzang vond ik als kind al het mooist. Het kan me raken als mensen massaal beginnen mee te zingen met een orgel, zowel qua klank als qua woorden. Soms komt de tekst van een psalm ineens binnen zoals ik die nog nooit gelezen heb, terwijl ik ’m al honderd keer heb gespeeld. Pas gebeurde dat nog tijdens een zangavond in Zaltbommel. We zongen Psalm 84 vers 3: „Welzalig hij die al zijn kracht/ en hulp alleen van U verwacht.” Ál zijn kracht. Dat woordje ”al” zag ik in één keer staan. Alsof je er dan op gewezen wordt: je zoekt het geluk overal, maar bij Hem moet je zijn.

Zelfs in de sportschool luister ik naar samenzang. Je hebt van die gozers die vragen: Luister je nu gewoon naar jezelf? Ja hoor. Niet omdat ik vind dat ik het mooiste speel – helemaal niet. Het gaat mij om de klank, om wat er gezongen wordt en hoe dat met elkaar klinkt. Dan boeit het me echt niet wie er achter het orgel zit.

Zangavonden waarbij de kerk vol zit zijn er verder niet zo veel meer. Jammer, vind ik. Vroeger had je dat meer. Ik houd er rekening mee dat de belangstelling bij mij op een gegeven moment ook terugloopt. Dat bewaart voor arrogantie of hoogmoed.”

7 Wat is de missie van uw leven?

„Ik heb niet zo veel missies, ik heb al genoeg op mijn bordje. Als ik iets doe, in mijn werk of orgelspel, moet het wel meerwaarde hebben. Anders voelt het nutteloos. Zelf heb ik vaak niet in de gaten dat mijn muziek mensen treft, dat moet me verteld worden. Voor een kerkdienst weet ik van tevoren doorgaans niet wat ik ga spelen. Ik bid dan dat het me gegeven wordt. Soms hoor ik later van iemand die midden in de strijd van z’n leven zat dat de Heere overkwam toen ik een bepaalde psalm speelde. Dat vind ik belangrijker dan een persoonlijke missie.

Ik kan me ook heel hypocriet voelen als ik op de orgelbank zit. Mensen denken van alles van me en zetten me soms als bekeerd neer, omdat ik met een bepaalde emotie speel. Terwijl ik soms mijlenver van de tekst af sta. Dat houdt me tijdens het orgelspelen erg bezig. Het levert strijd op als ik hoor dat de Heere door mijn orgelspel heen werkt. Gebruikt Hij me alleen om Zijn volk te steunen, terwijl ik daar zelf eigenlijk niet bij hoor?”

8 Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?

„Ik heb geen tekst die eruit springt. Er zijn zo veel omstandigheden in mijn leven geweest waar telkens een andere tekst voor was. Wel houdt Ezechiël 16 me vaak bezig. Dat hele hoofdstuk is eigenlijk een grote aanklacht tegen mijn leven. Zo heb ik een tijd gehad dat ik mezelf verheven voelde boven mijn zussen die het geloof hadden losgelaten. Toen bepaalde de Heere me bij dat hoofdstuk, waarin staat dat ik mijn schande te meerder had gemaakt boven mijn zusters.”

beeld Niek Stam

9 Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?

„In juni bleek dat ik 12,5 jaar zangavonden geef. Ik speelde toen in Zaltbommel en werd naar beneden geroepen door de burgemeester en toegezongen. Dat was allemaal buiten mij om geregeld. Het jubileum had ik niet eens in de gaten gehad, maar ik vind het wel een hoogtepunt.

Dan een dieptepunt…” Zijn ogen vullen zich met tranen. „De duivel heeft me weleens zo ver gedreven dat ik bijna een eind aan mijn leven heb gemaakt. Ik vroeg me af: wat doe ik nog op deze aarde? Voor mijn gevoel wilde de Heere mij ook niet meer. En voor m’n vrienden en familie was ik meer tot last dan plezier. Dat voelde zo, ook al zeiden ze van niet en kan ik altijd bij hen terecht. Ik schaam me ten opzichte van hen.

Je kunt nog zo hoog op de ladder staan in christelijk Nederland, maar een maatschappelijke positie redt je niet van strijd en zorg. Ik zag de waarde van mijn leven niet meer en had ook niet meer in de gaten wat ik voor anderen beteken. Dat heeft alles te maken met mijn geaardheid. Daarom kan ik ook zo boos worden op ouders die hun homoseksuele kind niet liefdevol opvangen. Het zal de eerste niet zijn die zich voor de trein gooit.

Dat dieptepunt was op een zaterdagochtend en later die dag moest ik nog een zangavond spelen. Dat ik daar ooit de kracht voor heb gekregen, snap ik nog steeds niet. Ik heb daarna gelukkig goede hulp gekregen. En de Heere trok me terug – zo zie ik dat.”

10 Hoe kijkt u naar de toekomst?

„Aan de ene kant met zorg als ik zie wat er gebeurt in de wereld. Aan de andere kant: de Heere staat overal boven. Ik ben meer bezig met mijn eigen zielenstaat dan dat ik echt bang ben voor de toekomst. Als je de Heere hebt, staat de toekomst immers in een ander perspectief.”

Hij knikt naar het grote orgel in de kleine kamer. „Wil je ’m nog een keer horen?”

 beeld Niek Stam

In deze serie gesprekken reflecteert de geïnterviewde aan de hand van tien vragen op haar of zijn leven. Deze aflevering: André Nieuwkoop. Volgende week: Roelof Bisschop.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer