De cacaoboer in Ghana profiteert niet van dure chocola: „De helft leeft onder de armoedegrens”
De prijs van chocolade zal nog verder de pan uitrijzen nu de Ghanese cacao-oogst dit jaar ver onder het gemiddelde blijft. Wat betekent de slechte productie voor de boeren, die vaak nu al in armoede leven? „Het weer verandert in een tempo dat ze niet kunnen bijbenen.”
Cacaoboer Emmanuel Sarpong (69) leerde de fijne kneepjes van het vak van zijn vader. „Cacao verbouwen is echt een familietraditie”, vertelt hij vanuit Ghana. Zijn vader, volgens Sarpong inmiddels 105 jaar oud, leeft nog. „Dat geldt ook voor mijn moeder. Nog steeds werken we allemaal op het land.”
Klimaatverandering speelt de familie de afgelopen jaren echter parten, zegt Sarpong, die aan het hoofd staat van een Ghanees netwerk van boeren die gecertificeerd zijn als fairtradehandelaren. „De periodes van extreme droogte nemen toe. En het regent vaak niet op momenten dat het zou moeten regenen. We kunnen snoeien, wieden en alles doen wat nodig is, maar de oogst loopt bijna ieder jaar flink terug.”
De familie Sarpong is niet de enige met dit probleem. Ghana’s cacaoproductie blijft dit jaar steken rond de 429.323 ton – slechts de helft van de gemiddelde opbrengst. Samen met Ivoorkust is het land verantwoordelijk voor 60 procent van de wereldwijde cacaoproductie. De teruglopende oogsten zorgden begin dit jaar al voor ongekend hoge chocoladeprijzen. En die zullen naar verwachting alleen maar stijgen.
Dat mag voor de consument in het Westen dan vervelend zijn, voor de boeren in Afrika zijn de teruglopende oogsten desastreus. „In betere jaren leverde één hectare zo’n vijf à zes zakken cacao op”, vertelt Sarpong. In een zak zit ongeveer 64 kilo aan cacaobonen. „Tegenwoordig mogen we blij zijn als we drieënhalve zak kunnen vullen.”
Het resultaat laat zich raden. „Met weinig opbrengst is het bijna niet mogelijk om een familie te onderhouden, zelfs niet nu de prijs per kilo cacao onlangs werd verhoogd.”
Veranderend weer
Cacaoboeren genieten in Ghana een zeker aanzien, zegt Martha Ataa-Asantewaa. „Als cacaoboer word je gerespecteerd. Mensen denken al snel dat je een goed verdienende baan hebt.” Maar het tegenovergestelde is waar. „Van de Ghanese cacaoboeren leeft 52 procent onder de armoedegrens. Een fatsoenlijke maaltijd op tafel zetten is voor hen een dagelijkse uitdaging.”
Ataa-Asantewaa is onderzoeker op het gebied van de Ghanese cacaosector en als consultant verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Nederland. Ze stond zelf ook met haar voeten in de klei. „Mijn oma nam me elke zaterdag mee naar de cacaovelden, waar ze werkte”, vertelt ze vanuit het West-Afrikaanse land.
Slechte oogsten zijn al jaren de realiteit voor boeren, benadrukt ze. Zo worstelt Ghana sinds begin deze eeuw met het zogenaamde gezwollen scheutvirus. Dat virus zorgt in eerste instantie voor een beperkte oogst. Daarna worden de bomen ziek en moeten ze verwijderd worden. „Veel boeren hebben daardoor grote stukken land moeten opgeven.”
Veranderende weerpatronen vormen een ander probleem. „Cacaobomen zijn erg gevoelig en hebben een goede balans nodig tussen regen, zonlicht en schaduw. Maar steeds vaker zien we dat het één maand verschrikkelijk veel regent, wat tot schimmelvorming kan leiden, en daarna regent het maandenlang niet.”
„We zien steeds vaker dat het één maand verschrikkelijk veel regent, wat tot schimmelvorming kan leiden, en daarna regent het maandenlang niet” - Martha Aata-Asantewaa, onderzoeker op het gebied van de Ghanese cacaosector
Veel boeren beseffen dat klimaatverandering een andere manier van werken vraagt, zegt Ataa-Asantewaa. „Maar het weer verandert op een tempo dat ze niet kunnen bijbenen.” Velen zien zich genoodzaakt om dure leningen af te sluiten, om op die manier het hoofd boven water te houden. „Maar het is zeer de vraag hoelang ze het nog kunnen volhouden in deze sector.”
Bomen met mango’s
Het is een pijnlijke constatering, zeker gezien de enorme bedragen die er in de wereldwijde chocolade-industrie omgaan, vindt Ataa-Asantewaa. Dit jaar verhoogde Ghana de prijs die boeren voor hun cacao krijgen. Een zak van 64 kilo levert nu zo’n 2070 Ghanese cedi (120 euro) op. „Maar op de internationale markt gaan deze prijzen een flink aantal keren over de kop. De grote cacaobedrijven draaien enorme winst, waar de boeren weinig van terugzien.”
Overleven is alleen mogelijk als de Ghanese overheid bereid is om te investeren in trainingen op het gebied van snoeien, kunstmatige bestuiving en irrigatiekanalen, zegt Emmanuel Sarpong. „Ook doen boeren er goed aan om andere gewassen te planten, zoals bomen met mango’s, cashewnoten en bananen. Op die manier zijn ze niet alleen afhankelijk van de cacao.”
Ataa-Asantewaa hoopt vooral dat boeren zelf meer inspraak krijgen in de chocolade-industrie. „Er zit nu veel ongelijkheid in het systeem. Zo krijgt een pachter, die eigenlijk het grootste deel van het werk doet, slechts een derde van de opbrengst terwijl de landeigenaar twee derde opstrijkt.” De internationale chocoladebedrijven en de Ghanese overheid kunnen niet langer alle cacaoboeren op één hoop gooien en over hun hoofden besluiten, betoogt ze.