Christelijke steun voor lhbti’ers kan niet zonder bezinning op christelijke navolging
De discussie tussen mevrouw Annette van der Vliet en mevrouw Hinke van Abbema kan ons helpen om helder zicht te krijgen op de invulling van christelijke steun voor lhbti-personen (lesbisch, homo, biseksueel, transseksueel, interseksueel, enzovoorts).
In deze bijdrage vat ik eerst samen waarover de gesprekspartners het eens zijn, vervolgens waarover ze het niet eens zijn, om ten slotte basale uitgangspunten aan te geven voor voortgaande bezinning.
Eens
Mevrouw Van der Vliet stelt zich achter de oproep om lhbti-personen van harte te steunen in de strijd tegen discriminatie en geweldpleging. Ze ziet een taak voor christenen om de wonden en littekens te verzorgen van slachtoffers van geweld gericht tegen lhbti’ers . Ze is voorstander van een respectvolle en menselijke omgang en van het geven van betrouwbare informatie over de oorzaken en de behandeling van opgelopen trauma’s.
Mevrouw Van Abbema wil met de koepelorganisatie LCC+ en de Alliantie Verandering van Binnenuit strijden tegen discriminatie van en geweld tegen lhbti’ers. Het is er daarbij om te doen de positie van minderheden in gesloten gemeenschappen te versterken.
Ik concludeer dat er geen discussie behoeft te bestaan over de verwerpelijkheid van iedere vorm van discriminatie en geweld jegens de bewuste groepen op basis van hun seksuele oriëntatie en gevoelens.
Oneens
Een punt van onenigheid tussen de beide gesprekspartners betreft het al dan niet betrokken zijn van behoudende kerken en christenen bij discriminatie. De Regenboogverklaring, die mede gesteund wordt door LCC+, biedt excuses aan voor kwetsend optreden van christelijke zijde. Mevrouw Van Abbema spreekt over de pijn, depressies en zelfs suïcidaliteit van christelijke lhbti’ers, die in veel gevallen veroorzaakt is door afwijzing van de kant van medechristenen en kerkgemeenschappen, een zware sociale druk die heeft gezorgd voor „gebroken harten en psychische problemen”.
Mevrouw Van der Vliet verzet zich tegen deze analyse en beschuldiging. Ze ziet geen relatie tussen geweld tegen lhbti’ers en het christelijk geloof. Veeleer moeten een onveilige jeugd, geweld op straat en seksueel misbruik als oorzaken van de opgelopen trauma’s worden erkend.****
Zelfonderzoek nodig
Terecht verzet mevrouw Van der Vliet zich ertegen dat orthodox-christelijke overtuigingen in direct verband worden gebracht met discriminatie en onderdrukking of ook liefdeloosheid. Niettemin is ernstig zelfonderzoek in orthodoxe kring noodzakelijk. Ieder mens die met zijn of haar nood niet in de christelijke gemeente en bij medegelovigen terecht kan, is er een te veel. Het beroep op Gods geboden moet altijd opkomen vanuit het belijden van de HEERE als de God van bevrijding en ontferming en kan daarom ten principale niet liefdeloos en onbarmhartig zijn. Of dit in de praktijk altijd zo beoefend wordt, is de vraag. Laten we signalen die op het omgekeerde wijzen eerlijk onder ogen zien.
Dagelijkse vernieuwing
Kunnen we verder op de basis die mevrouw Van Abbema aangeeft? Ze wijst een- en andermaal op het geloof in de onvoorwaardelijke liefde van God voor alle mensen en onderstreept dat er voor iedereen plek is aan de tafel van Christus. Dat klinkt wel goed, maar is toch op grond van Gods openbaring in Christus niet verantwoord. Zeker, Gods liefde gaat onvoorwaardelijk tot alle mensen uit (Johannes 3:16). Maar die liefde wil harten veroveren en brengen tot de oprechte keus om God boven alles lief te hebben en te gehoorzamen, ook wanneer dat tegen eigen gevoelens indruist. Iedereen mag tot Christus komen zoals hij of zij is, maar vervolgens kun je als gelovige niet blijven die je bent. Je wordt dagelijks vernieuwd naar Gods heilige wil. Wat de implicaties zijn van christelijke navolging op alle terreinen van het leven, dus ook op het terrein van de seksualiteit – daar moet het vervolgens over gaan binnen de gemeente van Christus. Wanneer die bezinning achterwege blijft en de roep tot een nieuwe gehoorzaamheid niet ernstig wordt genomen, verliest het christendom alle kracht en kleur.
De auteur is emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit.