Het kwik stijgt de komende dagen naar zomerse temperaturen. Veel huishoudens zullen daartegen opzien: volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft één op de drie gezinnen moeite om de woning koel te houden op warme dagen.
Vooral huishoudens in huurwoningen, flats en oudere woningen (gebouwd voor 1970) hebben moeite om de zomerhitte buiten de deur te houden. Niet zelden zijn deze woningen relatief slecht geïsoleerd. Het CBS heeft het onderzoek vorig jaar uitgevoerd.
Uit het vorig jaar uitgevoerde onderzoek blijkt dat meer dan de helft (55 procent) van de huishoudens die een woning in de vrije sector huren, zegt het onderkomen niet voldoende te kunnen koelen op warme dagen. Van de huishoudens in een sociale huurwoning loopt 46 procent tegen dit probleem aan. Huishoudens in een koopwoning hebben, zo blijkt uit het onderzoek, het minst moeite met het koelen van de woning:
Huishoudens met een laag inkomen en weinig vermogen wonen verhoudingsgewijs vaak in huurwoningen en in flats of appartementen. Bijna de helft (47 procent) van deze huishoudens geeft aan dat ze hun woning onvoldoende koel krijgen als het buiten warm is. Bij huishoudens met zowel een hoger inkomen als meer vermogen is dat ongeveer een kwart.
Huishoudens kunnen op verschillende manieren hun woning koelen. Respondenten noemen het ’s avonds en/of ’s nachts openzetten van de ramen het vaakst (72 procent). Ruim zes op de tien ondervraagden houden overdag de ramen of de gordijnen dicht. Ruim de helft maakt gebruik van een zonnescherm of rolluiken. Dik 10 procent heeft vaste airconditioning waarmee zij de woning koelen.
Minder dan 5 procent van de huishoudens in huurwoningen, zowel in de sociale als in de vrije sector, heeft vaste airconditioning. Bij huishoudens in koopwoningen in dat een stuk meer: van hen heeft 18 procent een vaste airco. Bij eengezinskoopwoningen gaat het om 19 procent. Daarnaast overweegt 13 procent van de huishoudens met een eengezinskoopwoning om binnen twee jaar een vast aircosysteem aan te schaffen.
Vaste aircosystemen komen vaker voor in niet-stedelijke gemeenten; 17 procent van de huishoudens in dergelijke gemeenten heeft een vaste airco in hun woning. In zeer sterk stedelijke gemeenten is dat 7 procent. Hierbij speelt mee dat in de grote steden relatief veel huishoudens in een huurwoning wonen. Ook wonen daar meer huishoudens in een flat of appartement.
In Limburg heeft 28 procent van de huishoudens een vaste airco, het hoogste percentage in Nederland. In de overige provincies varieert dit percentage van 7 in Groningen en Flevoland tot 17 in Noord-Brabant.
