Groen & duurzaamheidDuurzaamheid
Hoe turbinebladen een creatieve bestemming krijgen

Afgedankte windmolenbladen worden onder de grond gestopt, uit het zicht en weg. Toch? Nou, nee. Het Rotterdamse bedrijf Blade-Made maakt er mooie dingen van, zoals geluidsschermen, speeltoestellen, straatmeubilair en insectenhotels.  Wetenschappers zoeken intussen naar manieren om de grondstoffen te recyclen.

Jan Willem de Laive, directeur van Blade-Made, zit op een bankje dat is gemaakt van afgedankte windmolenwieken. beeld André Dorst
Jan Willem de Laive, directeur van Blade-Made, zit op een bankje dat is gemaakt van afgedankte windmolenwieken. beeld André Dorst

„De meeste mensen hebben geen idee wat er met afgedankte windmolenbladen gebeurt. Ik vind het überhaupt al goed als mensen weten dat ze onder de grond werden gestopt”, vindt Tonny Wormer, een van de directeuren van Blade–Made. „Maar vanaf 2025 mogen ze niet meer worden begraven.”

Blade–Made is in 2021 gestart door de architectencollectieven Superuse Studios en New Citizen Design . Beide werken vanuit de filosofie dat ze zo veel mogelijk met hergebruikt materiaal werken.

Toen Superuse in 2007  de vraag kreeg om een kinderspeelparadijs te realiseren, gingen de architecten op zoek naar geschikt materiaal, vertelt Wormer. „Ze kwamen terecht bij een schroothandelaar op een industrieterrein waar windturbinebladen lagen. Toen dachten ze: „Wauw, die zijn eigenlijk wel heel mooi om iets mee te ontwerpen. En heel duurzaam, want ze gaan lang mee.””

Vanaf 2017 kwam New Citizen Design, waarvan Wormer mede-eigenaar is, erbij. Om te kijken of zulke ontwerpen met windmolenbladen wereldwijd gebruikt kunnen worden. „En dat is toen een beetje gelukt.”

Op stoom

In de begintijd moesten de architecten de bladen bij een ontmantelingsbedrijf uit de windindustrie kopen. Maar in 2021 kwam de alliantie pas goed op stoom. „We bedachten toen dat we op de wereld zijn om een duurzame oplossing te vinden voor de stroom aan windmolenbladen van ontmantelde windmolens van de eerste generatie.” Het initiatief kreeg de naam Blade–Made.

Wat met speeltuinen en straatmeubilair van turbinebladen begon, heeft Blade–Made de laatste jaren opgeschaald naar veel grotere objecten, zoals wachtruimten op busstations, voetgangersbruggen en geluidsschermen. „Ze bestaan uit keihard composietmateriaal en gaan erg lang mee. Daarnaast hebben ze een iconische en mooi gestroomlijnde vorm. Dat noemen onze architecten de inherente ontwerpkwaliteit die aan een windturbineblad zit.”

Twee typen bankjes van Blade-Made die een plekje gaan krijgen op het Bleekerseiland in Meppel. beeld André Dorst

Wormer beaamt dat aan hun creativiteit geen grenzen zitten. „Je kunt zo gek doen als je wilt. We hebben ongelooflijk veel schetsen liggen. Sommige zijn pure kunst. Als je dagelijks met turbinebladen bezig bent, komen die ideeën eigenlijk vanzelf.” Ook voor de kleinere stukken bedenkt Blade–Made een bestemming. Die worden gebruikt voor bloempotten en insectenhotels. „Dat is onwijs leuk. Dus we zijn voorlopig nog niet uitgedacht.”

Uitdaging

De meeste afgedankte windmolens zijn tien tot achttien jaar oud. Vaak zijn ze niet eens versleten, maar is de reden om ze af te danken een economische: de concessie met de verhuurder van de grond waarop de windmolens staan, loopt af, de fabrieksgarantie is voorbij of op dezelfde plaats kan een grotere, rendabeler windmolen worden geplaatst. Als de afgedankte exemplaren na revisie niet op een andere plaats kunnen worden opgebouwd, komt alternatief hergebruik in beeld, zoals door bedrijven als Blade–Made.

De grote uitdaging waarvoor Blade–Made staat, is dat de hoeveelheid afgedankte bladen enorm toeneemt, vooral van windparken op zee. Tot 2025 worden in Nederland 100 tot 150 windmolenwieken afgeschreven. De hoeveelheid afgedankte turbinebladen groeit komende decennia tot 4,3 miljard ton wereldwijd.

„We kunnen niet meer simpel de boer op bij overheden met een zitbankje en wat speelobjecten van turbinebladen. Er moet een structurele grootschalige afzetmarkt komen voor hergebruikte windmolenbladen. We zijn gaan denken in series”, schetst Wormer de uitdaging voor Blade–Made.

„We moeten ontwerpen hebben waarin we veel wieken kwijt kunnen; dat gaan we met alleen speeltoestellen en straatmeubilair niet redden” - Tonny Wormer, directeur Blade-Made

„We moeten ontwerpen hebben waarin we veel wieken kwijt kunnen. Dat gaan we met alleen speeltoestellen en straatmeubilair niet redden. We moeten daarnaast onze organisatie zo inrichten dat we zo veel wieken aankunnen. En we moeten onze meerwaarde bewijzen voor de windindustrie en onze afnemers. Het is ongelooflijk complex, maar wel leuk en dankbaar werk.”

Wormer heeft flink haar best moeten doen om de windindustrie te overtuigen van de meerwaarde van Blade–Made. „Die dacht eerst: „Wel schattig, af en toe zo’n speeltuintje, maar daar raken we de enorme hoeveelheid af te danken windmolenbladen niet aan kwijt. Maar vanaf het moment dat wij de geluidsschermen hebben laten zien, is er een soort doorbraak gekomen. Zij moeten ook wat, als de bladen niet meer onder de grond gestopt mogen worden.”

Jan Willem de Laive van Blade-Made trekt de roller met witte verf over een van de bankjes gemaakt van afgedankte windmolenwieken. beeld André Dorst

Voorloper

De afzetkant bracht eveneens uitdagingen met zich mee. „We kunnen die bladen niet zomaar ergens neerleggen”, laat Wormer weten. „Gelukkig is er een aantal voorlopers, zoals de gemeenten Meppel en Rotterdam en bouwbedrijf Dura Vermeer.”

Bij de productielocatie van Beens Speciale Projecten in Lelystad liggen recreatieve bankjes en tafeltjes van turbinebladen klaar. Die worden binnenkort geplaatst op het Bleekerseiland in Meppel, wijst Jan Willem de Laive, mededirecteur van Blade–Made. „Dan liggen ze daar als witte vlekken in het groene park, net als het blekende wasgoed vroeger.”

Dura Vermeer is partner van Blade–Made. Het aannemingsbedrijf streeft netto nul uitstoot na en dat verklaart hun voortrekkersrol. „Als alles goed uitpakt, levert de bouw van een geluidsscherm van windturbinebladen hun een besparing in CO2-uitstoot op van 50 tot 70 procent. We zijn superblij dat Rijkswaterstaat en Provincie Noord-Brabant er ook stevig in participeren en dat na de zomer de realisatie van de proefopstelling van de geluidsschermen langs de A58 start.”

Rijkswaterstaat en aannemer Dura Vermeer werken aan een geluidsscherm van afgedankte windturbinebladen. beeld New Citizen Design

Complex

Wat het ook complex maakt, is bijvoorbeeld dat een afgedankt turbineblad voor de wet afval is. En dat het ook zo moet worden behandeld. Als een bedrijf het blad vervoert voor hergebruik aan een andere turbine is er geen speciale vergunning nodig voor het vervoer; maar als hetzelfde blad een nieuwe bestemming als reclamezuil krijgt, is er ineens wel een vergunning nodig.

„Dan moeten drie autootjes de vrachtwagen begeleiden. Die stoten samen meer CO2 uit, waardoor de footprint groter wordt. Als de wetgever een circulaire industrie wil, valt er aan dat soort trajecten nog wel wat te verbeteren”, constateert Wormer.

Ze merkt dat potentiële afnemers aanvankelijk hun aarzelingen hadden bij producten van afgedankte turbinebladen. „Maar de laatste tijd is er wel een omslag merkbaar. Steeds vaker komen architecten naar ons toe, omdat ze het spannend vinden om iets met het materiaal te doen. De turbinebladen zijn niet alleen een oplossing voor materiaalschaarste, maar ook van belang om aan de overheidseis te voldoen om duurzaam in te kopen.”

„Steeds vaker komen architecten naar ons toe, omdat ze het spannend vinden om iets met het materiaal te doen” - Tonny Wormer, directeur Blade-Made

Niet elk afgedankt turbineblad is geschikt voor hergebruik, weet de directeur. „De bladen moeten intact zijn. Dus bladen waarvan hele stukken ingedeukt zijn of waar gaten in zitten, daar kunnen we nu nog niks mee. Die gaan door de shredder en naar een afvalenergiecentrale, waar we er energie uit winnen.”

Zuurstofloos

Harald van der Mijle Meijer, consultant windenergie bij TNO in Petten, houdt zich bezig met de recycling van de composietmaterialen waaruit de windmolenbladen zijn opgebouwd, zoals glas- en koolstofvezel en balsahout. Zijn team bedacht een zuurstofloze oven waarin de turbinebladen werden verhit. Daardoor was zijn team in staat om de vezels en de kunststoffen apart te verkrijgen. De kwaliteit ervan is naar zijn zeggen op RTL Nieuws goed genoeg om er dashboards voor nieuwe auto’s van te maken.

Het Deense consortium DecomBlades werkt aan een vergelijkbare techniek. De eerste stap is het versnipperen van de windmolenbladen. Vervolgens wordt het versnipperde materiaal verhit in een zuurstofvrije atmosfeer. Hierdoor gaat een groot deel van de kunststof over in de gasvorm. Deze condenseren daarna tot vloeistoffen die dienst kunnen doen als grondstof voor de chemische industrie. De gassen die overblijven, zijn bruikbaar als brandstof. De vaste stoffen, as en glas- en koolstofvezels, worden vooralsnog verbrand of verwerkt in cement.

„Ons streven is om tegen 2030 minimaal duizend windturbinebladen te hebben hergebruikt” - Tonny Wormer, directeur Blade-Made

De inspanningen leveren nu nog geen schaalbare methode op voor klimaatvriendelijke recycling van de materialen uit windmolenbladen. Maar het uiteindelijke doel van de inspanningen is om alle turbinebladen opnieuw te gebruiken voor alternatieve bestemmingen. Dat is hard nodig, omdat er straks duizenden afgedankte turbinebladen van windparken in zee worden afgedankt, vervolgt Wormer.

„Ons streven is om tegen 2030 minimaal duizend windturbinebladen te hebben hergebruikt. Daarbij geven we de klant de mogelijkheid dat wij het materiaal opnieuw innemen als zij het weer afdanken. We hopen dat tegen die tijd de recyclingtechniek zover is verbeterd dat de grondstoffen daarmee kunnen worden teruggewonnen voor circulair hergebruik. Wellicht door de windmolenindustrie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer