Mike Pence, de voormalige vicepresident van Donald Trump, is „zwaar teleurgesteld” over de nieuwe abortusrichtlijn van de Republikeinse Partij. Hij zei dinsdagavond dat „daarmee een fundamenteel principe dat al tientallen jaren behoort tot de basis van de partij is weggeslagen”.

Ds. Clint Pressley, sinds kort voorzitter van de Conventie van de Zuidelijke Baptisten, zegt „verslagen” te zijn door het besluit van de programcommissie van de Republikeinse Partij om een gematigder abortusstandpunt te formuleren.

„Trump was in 2000 uitgesproken prochoice en ten diepste is hij dat altijd gebleven” - Joe Carter, stafmedewerker The Gospel Coalition

Kort samengevat is dat nieuwe standpunt: er moet geen landelijk verbod op abortus komen en abortieve middelen moeten beschikbaar blijven; de vrouw moet een keuzemogelijkheid hebben.

Duidelijk is ook dat onder de nieuwe beleidslijn, die volgende week op de Republikeinse conventie geaccordeerd moet worden, de handtekening van Trump staat. Zijn opzet is om met een „milder standpunt” de gematigde kiezers binnen te halen.

Ds. Pressley snapt het allemaal, maar keurt het radicaal af. „Het beleid kan aan verandering onderhevig zijn, maar Gods Woord is dat niet”, zegt hij. „Zuidelijke baptisten strijden voor de heiligheid van al het menselijk leven, dus vanaf de conceptie tot de natuurlijke dood. Wij zullen erop blijven aandringen dat gekozen functionarissen hetzelfde doen.”

Politiek beladen

Brent Leatherwood, voorzitter van de ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, wil „niet wijken voor de druk van de abortusindustrie”. In een artikel voor Religion News Service zegt hij dat de Republikeinse Partij met het nieuwe beleid suggereert dat abortus politiek beladen is. „Ze geeft er daarom de voorkeur aan om helemaal weg te lopen van de verdediging van de heiligheid van het leven.” Leatherwood denkt dat de aanpassingen vooral bedoeld zijn om gematigde voorstanders van abortus zover te krijgen dat ze voor Trump stemmen.

„Wij willen niet wijken voor de druk van de abortusindustrie” - Brent Leatherwood, voorzitter ethische commissie Zuidelijke Baptisten

Joe Carter, stafmedewerker van het orthodox-Bijbelse platform The Gospel Coalition (TGC), gaat nog een stap verder. „Trump laat nu zijn ware aard zien. Hij heeft bij voorgaande verkiezingen het idee gewekt dat hij prolife is. Maar hij was in 2000 uitgesproken prochoice en ten diepste is hij dat altijd gebleven. Die prolifejas heeft hij in 2016 en 2020 aangetrokken om conservatieve evangelicals binnen te halen. Dit nieuwe, slappe, zogenaamde prolifestandpunt, dat in wezen een prochoicestandpunt is, maakt duidelijk dat Trump geen verdediger is van het ongeboren leven”, aldus Carter, duidelijk geërgerd, door de telefoon.

Volgens de TGC-medewerker is het van tweeën één. „Iemand is ofwel prolife ofwel prochoice. Net zoals je ook niet een beetje zwanger kunt zijn, kun je ook niet een beetje prochoice zijn. Zodra je abortus in welke vorm dan ook steunt, verlies je het recht op het label prolife.”

Volgens Carter komt de nieuwe beleidslijn ook niet helemaal onverwacht. Hij wijst op de invloed van Trumps schoonzoon Jared Kushner. „Die werkt wel voor Trump, maar is altijd overtuigd Democraat geweest. Hij was het die in de aanloop van de verkiezingen van 2020 al bezig was om de traditionele standpunten van de Republikeinse Partij te ondergraven. Hij pleitte voor een afgezwakt abortusstandpunt en wilde de afwijzing van het homohuwelijk schrappen. Omdat er veel verzet kwam van conservatieve Republikeinen, vooral evangelicals, is die koerswijziging toen niet doorgezet. Dus niet om principiële maar om electorale redenen is de oude lijn gehandhaafd. Maar het toont wel aan dat Trump en de partijtop vooral pragmatisch denkt over ethische kwesties.”

Korrel zout

Dat Trump zichzelf de meest uitgesproken prolifepresident noemt, neemt Carter met een forse korrel zout. „Ja, hij heeft conservatieve opperrechters benoemd, maar verder…”

Om dit laatste te illustreren wijst Carter erop dat Trump recent een strenge abortuswet in de staat Florida heeft veroordeeld en dat hij in juni Republikeinse politici heeft opgeroepen „zorgvuldig en voorzichtig” over abortus te spreken omdat een uitgesproken afwijzing te veel stemmen zou kunnen kosten.

Carter noemt het onbegrijpelijk dat verschillende prolifeorganisaties ook de nieuwe beleidslijn omarmen met het argument dat de partij zich nog steeds tegen late abortussen keert.

In een artikel op de website van TGC schrijft Carter: „De rechtvaardiging die deze organisaties geven om een politieke partij boven hun prolifeprincipes te stellen, is door een beroep te doen op pragmatisme. Omdat de andere kant (Biden, WK) erger is, zeggen ze het zich niet te kunnen veroorloven om over te lopen. Een dergelijke politieke naïviteit is verbazingwekkend en een katalysator voor politiek progressivisme. Door openlijk te verkondigen dat de Republikeinen nooit hun steun zullen verliezen zolang de Democraten marginaal slechter zijn, bieden ze dekking voor Republikeinse politici om prochoicebeleid te omarmen. Maar bedenk dat de voorstanders van abortus omgekeerd nooit zo’n redenering zullen volgen.”

rd.nl/verkiezingenvs