Idaho moet abortus in medische noodsituaties voorlopig toestaan
Het Amerikaanse Hooggerechtshof oordeelt dat Idaho voorlopig abortussen bij zwangere vrouwen in medische noodsituaties moet toestaan. De noordwestelijke staat heeft een van de strengste abortuswetten in de Verenigde Staten.
De regering van president Joe Biden had een zaak aangespannen tegen Idaho, omdat die vindt dat ziekenhuizen met overheidsfinanciering noodhulp, inclusief abortussen, moeten kunnen verlenen in ernstige situaties die niet levensbedreigend zijn. Het besluit van het hof komt niet als een verrassing, omdat dit woensdag per ongeluk korte tijd op de site van het hof stond.
De uitspraak van de zaak Roe v Wade uit 1973, waarin het landelijke recht op abortus werd vastgelegd, werd twee jaar geleden door het hof ongedaan gemaakt. Idaho nam daarna een van de strengste abortuswetten in het land aan. Abortus is er alleen toegestaan bij verkrachting, incest en „indien nodig om het overlijden van de zwangere vrouw te voorkomen”. Artsen die zich hier niet aan houden, riskeren tot vijf jaar celstraf.
Artsen en ziekenhuisbestuurders zeiden dat de strenge abortuswetgeving hen ervan weerhield zwangere vrouwen met ernstige gezondheidsrisico’s te behandelen, terwijl de kans dat ze een gezond kind ter wereld zouden brengen nihil was. De zwangere patiënten moesten noodgedwongen dagen wachten of uitwijken naar een andere staat.