Slavernij herdacht met boodschap voor nieuw kabinet
Traditionele kleding, melancholische muziek, ferme toespraken. Tijdens de jaarlijkse Nationale Herdenking Slavernijverleden sloot Nederland maandag een herdenkingsjaar af. Met een boodschap voor de nieuwe regering.
Voor de tien aanwezige kabinetsleden is het bijwonen van de plechtigheid in het Amsterdamse Oosterpark hun laatste bezigheid. Vier van hen leggen een krans. En minister Dijkgraaf spreekt: „Onze excuses zijn onomkeerbaar. We zijn een drempel over.” De excuses –uitgesproken door premier Rutte en koning Willem-Alexander– waarvan de PVV vorig jaar in het verkiezingsprogramma zei dat ze moeten worden ingetrokken.
Tweede Kamervoorzitter Bosma (PVV) was niet welkom bij de ceremonie. En daardoor is de tweeëntwintigste herdenking ook de eerste waarbij de Tweede Kamer niet officieel is vertegenwoordigd. Alleen de voorzitter van de Eerste Kamer legt een krans.
Ook burgemeester Halsema lijkt zich over de hoofden van de vele honderden aanwezigen tot de aantredende regering te richten. „Vandaag herdenken we de voorouders van honderdduizenden Nederlanders.” Daarbij priemen de ogen van de geschiedenis in onze rug, zegt de Amsterdamse burgemeester. „Een land dat maar de helft van zijn geschiedenis wil kennen, is een gemankeerd land. Wie wel de moed van onze zeehelden bezingt, maar niet de schandvlek van ons nationale verleden onder ogen durft te komen, is een wegkijker.”
„Een land dat maar de helft van zijn geschiedenis wil kennen, is een gemankeerd land” - Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam
Applaus klinkt. In de verte schreeuwt iemand iets onverstaanbaars. Halsema lijkt even te luisteren of het instemming of afkeuring betreft. Maar ze is nog niet uitgesproken: „Pijn die wordt ontkend, kan niet helen. Omdat oude wonden worden geïnfecteerd met omvolkingstheorieën, wit superioriteitsdenken en xenofobie. Aan mensen die trots zijn op hun ontkenning, zou ik willen vragen: Waarom eigenlijk? Jou wordt toch niets afgenomen?”
Ze vertelt wat haar het meest trof in een tentoonstelling in het Rijksmuseum: het ijzer waarmee slaven werden gebrandmerkt. „Toen de slavernij werd afgeschaft, droegen velen de littekens mee, op hun huid en op hun ziel.”
Achterstand
De anderhalf uur durende herdenking begint met een plengoffer door Wintipriesteres Marian Markelo, die niet alleen de voorouders aanspreekt, maar ook een boodschap voor vandaag het park in roept: dat er nog steeds mensen zijn, die weigeren het verleden te accepteren. „We moeten wakker blijven; we hebben nog genoeg te doen.”
Naar schatting zijn in vroeger eeuwen tussen de 11 en 20 miljoen mensen als slaaf verhandeld, van wie meer dan 600.000 door Nederland. Honderden activiteiten zijn het achterliggende jaar georganiseerd om bewustwording te stimuleren, van misstanden in het verleden en racisme vandaag. Het herdenkingsjaar heeft een weggedrukt verleden aan het licht gebracht, zegt minister Dijkgraaf.
Zondag boden de burgemeesters van Arnhem en Dordrecht excuses aan voor de rol die hun stad in de slavenhandel speelde. Ketikoti, de jaarlijkse herdenking, is een symbool van bevrijding en van herstel van de menselijke waardigheid, stelt Linda Nooitmeer-Mulder, voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Net als andere sprekers wijst ze erop dat nazaten van slaven nog steeds kampen met sociale, economische en culturele achterstand. En niet alleen zij: „Neem ons mee in de ontwikkeling”, zegt Kurano Bigiman, die afstamt van de oorspronkelijke bewoners van Suriname, een indianenstam.
Toeslagenaffaire
Nooitmeer roemt de inzet van de Tweede Kamer voor de slachtoffers van het toeslagenschandaal, van wie 75 procent een Afrikaanse achtergrond heeft. En ze weet ook: „De weg naar vooruitgang is geen snelweg.”
In de toespraken gaat het over ongelijkheid, discriminatie, weggestopte trauma’s en doorgegeven pijn. Over „de striemen van slavernij, de kiemen van marginalisatie”. Een zanger zingt over vrijheid – ”Mi Libertat”.
Het gekrijs van een meeuw onderstreept de stilte in het park als de slachtoffers van de transatlantische mensenhandel worden herdacht. Het zijn nazaten van slaven die daarna de eerste kransen leggen rond het monument.