De repetitie: Marco den Toom wil pareltjes horen bij Jubilate Deo
Sloom, slakkerig of slap gezang, daar houdt dirigent Marco den Toom niet van. „Gaan we dat zaterdag ook zo doen? Dat ik een moede hinde hoor?”
„Nee, ik wil niet dat de muziek als een zaag de lucht in wordt geslingerd. Graag wat muzikaal volume, in plaats van cirkelzaagvolume.” Dirigent Marco den Toom spaart de circa honderd zangers en zangeressen van het grootkoor van Jubilate Deo niet, die deze maandagavond in de Maranathakerk in Woudenberg zijn samengekomen. Komt de muziek naar zijn mening niet optimaal tot haar recht, dan meldt hij in duidelijke bewoordingen waar het op staat. Om daarna in te zetten voor een nieuwe poging.
En die aanpak werkt prima, zegt Den Toom, die sinds 2005 voor het Woudenbergse koor staat. „De leden weten van me dat ik het serieus bedoel, en niet denigrerend. Ik probeer ze te enthousiasmeren, door overdrijving en beeldspraak.”
Herrie
Zijn energieke optreden lijkt aanstekelijk te werken. De opmerkingen van de dirigent kunnen soms op een glimlach, een andere keer op een bulderende lach rekenen. Als Den Toom wil dat de leden meer volume produceren, doet hij het zelf even voor. „Zie je hoeveel herrie ik in mijn eentje kan maken? Doe die kaken maar goed van elkaar.” En ja, dan blijkt er inderdaad nog een stuk meer geluid in het koor te zitten.
Zeker tijdens deze generale repetitie is de dirigent op zoek naar de beleving in de muziek. Hier en daar gaat er nog een nootje mis, maar de meeste opmerkingen van Den Toom gaan over de verbinding met de tekst. Zoals bij het eerste lied: ”The Lord liveth”, van Arthur William Marchant. Het stuk begint met een octaafsprong en uit het ”Lord” op de hoge d valt meer te halen, denkt de dirigent. „Kunnen jullie het iets meer meegeven dan alleen maar knoerthard?” Bij de tweede poging klinkt het inderdaad anders: het ”Lord” zwelt nu langzaam aan tijdens de noot van drie tellen. Den Toom is tevreden: „Zie je dat er nu al veel meer in zit?”
„De leden weten van me dat ik het serieus bedoel, en niet denigrerend” - Marco den Toom, dirigent Jubilate Deo
Ook bij het afsluitende ”Alleluia” van het lied verwacht de dirigent meer. „Is dit alles? Echt?” Na wat gegrinnik worden de slotregels opnieuw gezongen, dit keer krachtiger.
Op zondagschool
En zo blijft Den Toom de koorleden de hele avond uitdagen om alles in de muziek te leggen en door met volume te spelen de hoogtepunten in de tekst te benadrukken. „Nee, zo deed je het op zondagschool altijd”, is zijn commentaar bij de manier waarop het koor een bewerking door Den Toom van Psalm 42 zingt. „Hier graag wat meer brengen.” Om vervolgens even voor te doen hoe hij het graag wil horen: extra articulerend en vol gevoel zingt hij: „O, mijn ziel, wat buigt g’u neder.” En even later maant hij: „Kunnen we er bij ”hoop op God” wat meer leven in brengen?”
In ”The Lord bless you and keep you” van John Rutter blijkt vooral het afsluitende ”amen” een uitdagend gedeelte. Voor de sopranen zitten er ook nog eens een paar hoge noten in. „Kun je er niet bij? Playback dan”, luidt het advies van Den Toom. Als de laatste noot wegsterft, is hij tevreden. „Precies goed: degenen die hun mond moesten houden, kennen hun grenzen.”
Verlangend zingen
Ook het lied ”Achter de wolken”, dat Den Toom zelf componeerde, staat op het programma. Het stuk gaat over het verlangen naar het hemelse Jeruzalem. „Hemelklanken spreiden vrede als ’k door gouden straten ga en ik juichend, welgeborgen voor God Zelf, mijn Schepper sta”, zingt het koor. „Als je dit echt gelooft, wat je net gezongen hebt, dan horen daar pareltjes bij, toch?” zegt Den Toom. „Dat kun je toch haast niet zonder een glunder vertellen? Met dat gevoel mag je echt al het publiek uitnodigen daarbij te wezen.”