BinnenlandEK-voetbal
Waarom Jaap-Jan voetbal niet meer op de voet volgt, maar soms wel een wedstrijd kijkt

Het wereldkampioenschap van 2014 beleefde Jaap-Jan Speksnijder (22) uit Bergambacht als voetbalfan. Nog steeds kijkt hij af en toe een wedstrijd. Maar wel anders dan vroeger.

Jaap-Jan Speksnijder: „Ik kan met 100.000 procent zekerheid zeggen dat je beter kunt kiezen voor een leven met God dan voor een leven met voetbal.” beeld Cees van der Wal
Jaap-Jan Speksnijder: „Ik kan met 100.000 procent zekerheid zeggen dat je beter kunt kiezen voor een leven met God dan voor een leven met voetbal.” beeld Cees van der Wal

Nú is het moment om in gesprek te gaan over voetbal, vindt Speksnijder. „Omdat voetbalfans deze weken allemaal verbroederd zijn. Ze kijken met nationale trots naar Nederland, terwijl rivaliteit de boventoon voert bij een wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord. Clubs zijn heilig – daar moet je niet aankomen.” Het Nederlands elftal biedt volgens hem dus een betere ingang voor gesprek.

Maar hoe? De voormalig godsdienstdocent merkte in de klas geregeld dat jongeren niet over hun voetballiefde durfden praten uit angst voor oordelen. „Ze denken al snel: de docent en de dominee zullen wel tegen me zijn. Terwijl ze zich ook afvragen wat er mis is met voetbal.” Speksnijder begrijpt die vraag wel. „Toch kan ik met 100.000 procent zekerheid zeggen dat je beter kunt kiezen voor een leven met God dan voor een leven met voetbal.”

Voetbal volgt hij niet meer op de voet. Speksnijder leerde daar steeds meer het „waardeloze en nutteloze” van inzien. Hij ontdekte: uiteindelijk vind je er geen vreugde in als een Nederlandse club de Champions League of Nederland het EK wint. „Oké, je bent Europees kampioen, en dan? Over vier jaar is er een nieuw EK.” Hij wijst op een verschil met een hoogtepunt in de kerk, het Heilig Avondmaal. „Dat keert ook steeds terug, maar telkens word je er opnieuw door gevoed. Maar wat brengt het ons als Feyenoord eerste staat? Hooguit haat richting een andere club. Voetbal verzadigt nooit.”

Jaloezie

Speksnijder, zelf ook jv-leider, zou jongeren aan het denken willen zetten over de vraag wat voor vreugde ze uit een voetbalwedstrijd halen. „Wat als het elftal volgende week keihard wordt afgestraft? Leven we dan net zo blij verder of hebben we niks bereikt? Wat heeft winnen voor waarde?” Wees in een gesprek niet veroordelend, adviseert hij anderen. „Ga niet met het vingertje wijzen, maar wek jaloezie naar een leven met God. Zoals in Psalm 84 staat: dat je liever de Heere dient dan meedoet aan de dingen van de wereld.”

Pas op met clichés als ”koning voetbal”, zegt hij. „Is een jongere die het EK volgt slechter dan zijn vader die zestig uur per week werkt voor z’n eigen bedrijf en zich op zondag afvraagt hoe het verder moet met die klus waarmee hij duizenden euro’s kan verdienen? Die vader moet net zo goed aangesproken worden als de jongere die zondagmiddag de voetbaluitslagen checkt.”

„Ga niet met het vingertje wijzen, maar wek jaloezie naar een leven met God” - Jaap-Jan Speksnijder, voormalig voetbalfan

Meer dan de helft van het Nederlands elftal is openlijk religieus . Wat zou Speksnijder zeggen tegen jongeren die met het argument komen dat de sporters ook gelovig zijn? „Ik zou niet oordelen over het geloof van een voetballer. Tegelijk: als de Heere vraagt om een rustdag te houden, hoe rijmen deze spelers dat dan met hun geloof? En in hoeverre hebben ze het over Jezus en Zijn verdienste? Of gaat het alleen om een buitenaardse kracht die een doelpunt geeft?”

Pas op met clichés als ”koning voetbal”, zegt Jaap-Jan Speksnijder. beeld Cees van der Wal

De conclusie dat het bij de spelers alleen om vormendienst gaat, vindt Speksnijder te makkelijk. „De mevrouw die naar de kerk gaat omdat de buurvrouw het gek vindt als zij er niet is, is net zo erg. Tegen jongeren zou ik zeggen: Voor het geloof is dus zelfs plaats op het voetbalveld. Dus waarom zou jij niet over je geloof praten op het werk?”

Penalty’s

Nog steeds kijkt Speksnijder weleens een wedstrijd. Puur uit plezier. „Afgelopen vrijdag volgde ik met vrienden het duel Nederland-Frankrijk. Gezellig. Tussendoor praatten we gewoon over de vakantie, want ik hoef echt niet elk woord te horen, elke stap te volgen, elke pass te zien, iedere aanval mee te maken.”

Het wordt volgens hem anders als je in oranje shirt voor het scherm zit, geld hebt ingezet op de uitslag en door het lint gaat als er een tegengoal wordt gemaakt. Als je elke score bijhoudt, per se wilt weten hoeveel het staat in de rust en je oprecht zorgen maakt of Nederland nog kan winnen als het straks tegenover Italië staat. Als je baalt wanneer er een speler wordt gewisseld en haast in paniek raakt bij penalty’s. Oftewel: als voetbal verering wordt en een religieus tintje krijgt.

„Ik hoef echt niet elke stap te volgen, elke pass te zien, iedere aanval mee te maken” - Jaap-Jan Speksnijder, voormalig voetbalfan

Eigenlijk, denkt hij, kun je beter de keuze maken om helemaal niet te kijken dan dat je standaard alles volgt. „Zodat je niet in de verleiding komt om verslaafd te raken. En omdat je ook gaat kijken als de finale of halve finale op zondag valt.”

Sommige jongeren checken de stand van zaken tijdens de kerkdienst, weet Speksnijder. „Als een predikant dat ziet, heeft-ie de kans van zijn leven om later in gesprek te gaan: Fijn dat je in de kerk was, maar luister daar naar wat de Heere te vertellen heeft. Dat is heel anders dan vertellen dat het heil niet voor iemand is weggelegd omdat hij of zij zich bezighoudt met koning voetbal. Dan gooi je de weg naar de Heere Jezus dicht. Vertel dat de weg tot verlossing open is. Dat Jezus, net als bij de verloren zoon, met uitgebreide armen klaarstaat om zondaren te ontvangen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer