Steeds meer tekenen wijzen erop dat het conflict tussen Israël en de Libanese terreurbeweging Hezbollah op het punt staat in een totale oorlog te ontaarden.
Sinds de aanslagen van 7 oktober door Hamas heeft ook Hezbollah zich in de strijd gemengd met vrijwel dagelijkse beschietingen op het noorden van Israël. Volgens het Israëlische leger heeft de beweging in totaal ruim 5000 raketten, antitankgranaten en zelfmoorddrones afgevuurd. Daarbij zijn meer dan 20 Israëliërs omgekomen en zeker 80.000 inwoners van huis en haard verdreven.
De Israëlische strijdkrachten reageerden met talloze vergeldingsacties. Variërend van het aanvallen van wapenkonvooien tot het uitschakelen van hooggeplaatste commandanten van Hezbollah of Iran, dat de beweging ideologisch en militair steunt.
De afgelopen tijd zijn de gevechten tussen Israël en Hezbollah geïntensiveerd. Alleen al deze week schoot de terreurorganisatie zo’n 150 raketten en 30 drones op de Joodse staat af, na de dood van topcommandant Taleb Abdullah. Ook publiceerde Hezbollah een video van de haven van Haifa die door een verkenningsdrone was gemaakt.
Tot een volledige oorlog tussen Israël en Hezbollah is het tot nu toe niet gekomen, maar dat moment lijkt niet meer ver weg. De Israëlische legertop keurde deze week operationele plannen goed voor een oorlog tegen de terreurbeweging, zonder te specificeren wat die concreet inhouden. Hezbollahleider Hassan Nasrallah verklaarde op zijn beurt dat „geen plek in Israël veilig zal zijn” als er een grootschalig conflict uitbreekt.
De Verenigde Staten bezien de ontwikkelingen met argusogen. Sinds het begin van de strijd tussen Israël en Hamas maakt Washington zich zorgen dat het conflict in een grote regionale oorlog kan ontaarden, waar mogelijk ook de Amerikanen zelf bij betrokken raken. De grootscheepse aanval die Iran op 14 april op Israël lanceerde, onderstreepte die vrees nog eens.
Het Witte Huis stuurde speciaal gezant Amos Hochstein naar de regio om te proberen de gemoederen te sussen en tot een diplomatieke oplossing te komen. Maar dat lijkt nog geen merkbaar effect te hebben.
De vraag is intussen of Israël voldoende is voorbereid op een grote oorlog met Hezbollah. Gezien het enorme arsenaal wapentuig waarover de terreurbeweging beschikt, zal de maatschappelijke ontwrichting van een dergelijk conflict aanzienlijk zijn.
Het hoofd van de maatschappij die verantwoordelijk is voor de elektriciteitsvoorziening, Shaul Goldstein, waarschuwde deze week voor de gevolgen van een grootschalig conflict. „We kunnen geen stroom garanderen als er oorlog in het noorden uitbreekt. Na 72 uur zonder elektriciteit zal het onmogelijk zijn om hier te leven. We zijn niet voorbereid op een echte oorlog.”
Zijn uitspraken kwamen hem op een storm van kritiek te staan. Minister van Energie Eli Cohen benadrukte dat Israël „voorbereid is op alle scenario’s”. Goldstein kwam vervolgens op zijn uitlatingen terug door te verklaren dat hij „onverantwoorde opmerkingen” had gemaakt. Maar zijn waarschuwing is zeker niet uit de lucht gegrepen.
