OpinieOpinie
Weten we wel raad met de vragen van 2024?

We zijn als reformatorischen gewend aan discussies over kerkelijke, ethische en theologische vragen. Maar lukt het ons ook om deze vragen te verbinden met de vragen die deze tijd aan ons stelt? Wat is daarvoor nodig?

Ds. M. van Reenen
„De kerk heeft werkelijk ook iets te bieden aan medeburgers die steeds minder vastheid en hoop ervaren.” beeld iStock
„De kerk heeft werkelijk ook iets te bieden aan medeburgers die steeds minder vastheid en hoop ervaren.” beeld iStock

Een mens voelt zich vaak verloren op de aardbol. Vele jaren konden we dit gevoel onderdrukken. Het ging behoorlijk goed en alles ‘klopte’. Nu echter staat de wereld op zijn kop: politiek, klimaat, kunstmatige intelligentie, individualisering. Velen voelen zich niet op hun gemak en onzeker. Therapeuten draaien overuren. Sommige mensen zoeken het in nóg meer consumeren (eten, drinken, vrolijk zijn) of juist in het vasthouden aan oude zekerheden.

Dat laatste herkennen we, vanwege de overtuiging dat God niet verandert en Zijn Woord evenmin. Bewaren wat we hebben, daar voelen we ons bij thuis. Niettemin heeft de kerk werkelijk ook iets te bieden aan medeburgers die steeds minder vastheid en hoop ervaren.

Hier voel ik wel verlegenheid. Kunnen we inderdaad voor verbinding zorgen tussen kerkelijken en onkerkelijken, tussen oude antwoorden en nieuwe vragen, tussen het kerkelijke kader en het doorsnee gemeentelid, tussen ‘lichten’ en ‘zwaren’ (die allen Gods Woord ernstig willen nemen)? Ik werp de vragen op omdat ik vast niet de enige ben die hiermee zit.

Tv op zak

Een voorbeeld van een onderwerp waarbij ik verlegenheid ervaar. Het gaat regelmatig over de (Herziene) Statenvertaling en over een nieuwe Psalmberijming. Ik begrijp wel dat hierbij steeds de jeugd genoemd wordt. Maar tegelijk besef ik: de jeugd zouden we nog kunnen onderdompelen in de Schrift en de psalmen. Voor buitenkerkelijken is het probleem veel groter. Toch blijven juist zij in onze discussies steeds buiten beeld. Alsof Nederland geen zendingsland is geworden.

Een ander voorbeeld. Er was een intense discussie over de uitleg en toepassing van de Dordtse Leerregels. Die gedachtewisseling ging ergens over. Maar naar mijn inschatting vragen veel van onze gemeenteleden zich af waarom we überhaupt de Dordtse Leerregels hanteren.

Nog zoiets. Verschillende kerkverbanden wijzen televisiegebruik af en het RD publiceert geen filmrecensies. Intussen bekijken veel reformatorische jongeren (met ‘onze’ toestemming) meer films dan tv-bezitters veertig jaar geleden deden. Wat we met de ene hand willen behouden (bijvoorbeeld een Bijbelvertaling) geven we met de andere hand weg via de smartphone…

Onderbelichte thema’s

We kunnen niet om kerkelijke, ethische en theologische discussies heen. Maar lukt het ons om tegelijkertijd een brug te slaan naar de vragen van nu? De kloven worden breder en het aantal vraagstukken neemt toe. Klimaatverandering, landbouwbeleid, mensverbetering, kunstmatige intelligentie, robotisering, woke-ideologie en gender maken ons hoofd vol en onze handen slap. Waar moeten we beginnen? We houden het in arren moede maar bij de oude onderwerpen. Er verschijnen bundels vol preken en Bijbellezingen (daar is op zich niets mis mee) maar over de meeste van de genoemde thema’s (genderideologie uitgezonderd) verschijnen maar zelden principieel doordachte boeken. Dus tobben we maar wat voort.

Gebed om arbeiders

Actueel is dit woord van de Heere Jezus: „De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig” (Lukas 10:2). We moeten daarom leren zien wat het belangrijkste werk is en welke fronten de meeste dreiging kennen. De Heere Jezus leert ons ook ootmoed: niemand kan het werk alleen.

Hij roept verder op tot gebed. Is het bidden onder ons niet wat verwaarloosd? D.M. Lloyd Jones schrijft vol verbazing over orthodoxe kerken zonder gebedsbijeenkomst. Wij zijn juist verbaasd over orthodoxe kerken mét gebedsbijeenkomst. Laat het gebed ons ernst zijn en gericht op Gods Koninkrijk: persoonlijk en gezamenlijk, in de kerk, in het gezin en op school.

Laten we bidden om predikanten, zendelingen en evangelisten, maar ook om Godgelovigen aan universiteiten en op scholen, liefdevolle handen in de zorg, getuigers in de politiek. Leer jongeren bij hun studiekeuze vooral vragen naar roeping en dienstbaarheid.

Een laatste les: bidden om „arbeiders” houdt kritiek in op onze kerkelijke situatie, waarin ieder zo zijn eigen ploeg werkers heeft. De discipelen waren niet opgesplitst. Leidt onze verdeeldheid niet tot grote verspilling van geestelijke kracht?

Geopende harten

De vragen roepen om geopende harten. Geopend naar God, opdat Hij ze zal vullen. Geopend naar buiten toe, opdat we zien waar de fronten liggen. Geopend naar broeders, opdat we samen zullen optrekken. Geopend naar de naaste, opdat we Gods oneindige goedheid mogen doorgeven.

Een geopend hart is wel kwetsbaar. Je voelt de nood indringender, je vragen nemen toe, je teleurstellingen kunnen vele zijn. Maar we mogen niet anders. C.S. Lewis schreef: „Als je er zeker van wilt zijn dat je hart intact blijft, moet je het aan niemand geven. Verpak het zorgvuldig met hobby’s en kleine luxe; vermijd alle verwikkelingen. Sluit het veilig op in de kist van je egoïsme. Maar in die kist (…) zal het veranderen. Het zal niet gebroken worden; het zal onbreekbaar, ondoordringbaar en onherstelbaar worden.”

Een gesloten hart is een onbruikbaar hart. Een geopend hart weet dat slechts Gods genade voorzien kan. Het rust slechts daarin dat Christus waakt en werkt en liefheeft tot het einde. Zo’n hart maakt ons bruikbaar. Tot we worden afgelost.

De auteur is hersteld hervormd predikant in Urk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer