Begin deze maand besloot de Europese Centrale Bank (ECB) tot een eerste renteverlaging, ondanks tegenvallende loonstijgingen en hogere inflatieprognoses voor dit en volgend jaar. Of er de komende tijd meer stappen naar beneden volgen, moeten we nog maar afwachten.
Vanaf herfst 2022 zette de inflatie aanvankelijk een snelle daling in, na een piek in ons land van maar liefst zo’n 15 procent. Sinds afgelopen oktober stokt de neergang echter, pakken de cijfers nogal eens ongunstiger uit dan gehoopt. Zo bedroeg in mei het tempo van de geldontwaarding in de eurozone als geheel 2,6 procent, tegen 2,4 in april. Het laatste stukje van de weg naar de beoogde 2 procent verloopt moeizaam. Trouwens, eenmaal terug bij die doelstelling betekent niet dat de boodschappen goedkoper worden. De prijzen zullen dan niet dalen, maar alleen wat minder hard stijgen.
Na de torenhoge inflatie in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, beleefden we een lange periode van zeer gematigde percentages aan dat front. Dat veranderde toen de coronapandemie uitdoofde. Het aanbod van goederen en diensten kon de vraag niet bijbenen, logistieke routes raakten verstopt. Grondstoffenprijzen en vervoerstarieven schoten de lucht in. Onder invloed van de Russische inval in Oekraïne explodeerde vervolgens de energierekening.
Of we terugkeren naar ‘normaal’ valt nog maar te bezien. Er zijn genoeg factoren die de twijfel voeden. We leven in een wereld vol onzekerheden, met twee grote oorlogen en dreiging van China aan het adres van Taiwan. De ervaring leert dat geopolitieke spanningen economie en inflatie veelal geen goed doen. Nieuwe schokken zijn niet uit te sluiten.
En wat te denken van de krapte op de arbeidsmarkt? Die lossen we niet snel op. Door de vergrijzing zal ze eerder verder toenemen. Dat leidt tot opwaartse druk op de lonen en, als ondernemers die kosten doorberekenen, op de prijzen. Of zullen digitalisering, robotisering en AI soelaas bieden om bij een schaarste aan personeel toch de groei van de bedrijvigheid voort te zetten?
Nog een belangrijke ontwikkeling. Vanaf de jaren negentig beleefden we drie decennia van globalisering. Grenzen vervaagden, wat resulteerde in meer concurrentie, efficiëntere productie en daardoor lagere prijzen. Werk werd verplaatst naar en uitbesteed aan landen met goedkope arbeid. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft berekend dat de liberalisatie van de markten de jaarlijkse inflatie in de westerse economieën met zo’n 0,25 tot 0,5 procent beperkte. Vandaag de dag zien we een omgekeerd proces. Omwille van leveringszekerheid wordt productie nu juist teruggehaald. Handelsblokken schermen zich af met invoerheffingen. Een mogelijk heroptreden van Donald Trump als president van de VS belooft wat dit betreft weinig goeds.
De centrale banken hebben met hun rentewapen de inflatie sterk teruggedrongen. Maar we kunnen er niet gerust op zijn. Het inflatiespook blijft ons beloeren. Stabiliteit rond de waarde van ons geld is zeker niet gewaarborgd.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.