„Je slaat toch terug?” „Als man laat je dit toch niet toe?” Voor mannen die psychisch, fysiek of seksueel mishandeld worden is nauwelijks begrip in de maatschappij. Ook bij hulpverleners en huisartsen lopen slachtoffers aan tegen een groot taboe.
Over mannenmishandeling had Jeroen Traas, nu voorzitter van de Landelijke Stuurgroep Mannenmishandeling, tot een paar jaar geleden nog weinig gehoord. „Het gaat vaak over mannen als pleger, niet als slachtoffer”, zegt hij. Toch hebben naar schatting jaarlijks zeker 80.000 mannen met mishandeling te maken. Cijfers laten zien dat huiselijk geweld bijna even vaak wordt gepleegd door een vrouwelijke als mannelijke partner. Traas wil dat probleem breed voor het voetlicht brengen en lanceerde daarom deze week een magazine over mannenmishandeling.
„Vrouwen gebruiken vaker dan mannen geweld op emotioneel niveau”, weet Coen* uit ervaring. Hij belandde in een vechtscheiding, waarbij zijn ex-vrouw de kinderen als strijdmiddel inzette. „Ik moest vechten om mijn kinderen niet kwijt te raken – een strijd die je als vader bijna niet kunt winnen.” In zijn relatie zelf was nog geen sprake van mishandeling; dat gebeurde vanaf het moment dat hij besloot bij zijn ex-partner weg te gaan.
„Mijn ex-vrouw viel me aan, greep me beet bij mijn nek en kleding. Ik heb kalm gezegd dat ze me los moest laten. Geen seconde is in me opgekomen haar iets aan te doen. Toen ze niet wilde loslaten, heb ik haar polsen beetgepakt. Dat ontaardde in een worsteling, waarbij zij schrammen opliep en ik gescheurde kleding.” Na afloop van het gebeuren draait zijn ex-vrouw de rollen om: hij zou háár mishandeld hebben.
„Ik moest vechten om mijn kinderen niet kwijt te raken” - Coen, slachtoffer
Black-outs
De beschuldigingen aan Coens adres gaan door en worden steeds extremer. Inmiddels beweert zijn ex-vrouw zelfs dat hij geprobeerd zou hebben haar te vermoorden. „In het verhaal dat ze ophangt herken ik altijd wel iets. Dat maakt het eng.” Gaslighting, heet dat: de waarheid verdraaien om een ander steeds meer aan zichzelf te laten twijfelen. „Je raakt je realiteitsbesef kwijt. In het begin dacht ik: zou ik dan black-outs hebben?”
Aangifte doet zijn ex-vrouw nooit, wel deelt ze vol overtuiging allerlei heftige aantijgingen met hulpverleners en hun kinderen. Intussen moet Coen aanzien hoe zijn ex-partner soms zichzelf én hun kinderen in gevaar brengt. „Mijn ex-vrouw is ziek, ze heeft hulp nodig.”
Coen heeft zelf een „emotioneel verwaarloosde” jeugd gehad. Als man zocht hij naar liefde. Zijn ex-vrouw en hij vonden elkaar doordat ze allebei littekens uit het verleden met zich meedroegen. „We dachten dat dat hielp. Achteraf gezien had ik haar nodig om me beter te voelen en was ik bereid veel te accepteren. Ik reken het mezelf aan dat ik er op emotioneel en empathisch gebied te weinig voor mijn ex ben geweest.”
Schuld
Na de scheiding voelt Coen zich meer door hulpverleners dan door zijn ex-partner in de kou gezet. „Die zeggen steeds dat zij niet aan waarheidsvinding doen en niet willen oordelen. Daarmee lijken ze niet te beseffen hoe heftig die valse beschuldigingen zijn. Keer op keer krijg ik te horen dat we er samen uit moeten komen. Of ze zeggen: Waar twee vechten, hebben twee schuld. Dat uitgangspunt is op zich goed, maar mag nooit worden ingezet als dekmantel voor onrecht. Niet in elke ruzie hebben beide partijen een evenwichtig aandeel. Voor mij is het confronterend – altijd weer die victimblaming.”
„Vrouwengeweld is vaker manipulatief en daardoor lastig te herkennen” - Coen, slachtoffer mannenmishandeling
Pas na jaren heeft Coen nu een team hulpverleners dat volgens hem in de gaten heeft wat er werkelijk aan de hand is. „De meeste hulpverleners, zeker vrouwen, hebben meer affiniteit met het leed van de vrouw dan van de man. Omdat mannen vaker dader zijn, is dat logisch, maar ook wrang. Gewelddadige mannen gaan slaan, terwijl vrouwengeweld vaker manipulatief is en daardoor lastig te herkennen.”
Inmiddels is Coen aangesloten bij een landelijke lotgenotengroep voor mishandelde mannen. „Ik kon me niet voorstellen dat ik de enige ben die zoiets meemaakt.” En dat blijkt. „Het helpt om te weten dat je er niet alleen voor staat.”
* Coen heet in werkelijkheid anders. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.