Mag een werkgever een jaarcontract tussentijds beëindigen?
Johan heeft een jaarcontract. Zijn werkgever wil dit contract al na acht maanden beëindigen. Maar kan dat wel, en heeft Johan recht op een WW-uitkering?
Johan begon aan een hele leuke baan. Een jaarcontract was heel gebruikelijk, zo zei de directeur. Iedereen, ook hijzelf, begon hier met een jaarcontract. Bij normaal functioneren zet het bedrijf dat altijd om in een vast dienstverband. Johan moest zich dus vooral geen zorgen maken.
Met veel enthousiasme ging Johan aan de slag. Het was voor hem dan ook een fikse tegenvaller toen het bedrijf na een halfjaar een reorganisatie aankondigde. Een investeringsmaatschappij had het bedrijf gekocht. Nieuwe investeerders, nieuwe perspectieven, een nieuwe wind. Johans functie kwam te vervallen.
Nu komen er bij de tussentijdse beëindiging van een contract voor bepaalde tijd wel wat complicaties om de hoek kijken. Het contract is immers voor een jaar aangegaan. Moet dat jaar dan niet worden uitgediend?
In principe wel. De wet zegt dat een contract voor bepaalde tijd alleen maar tussentijds kan worden beëindigd indien die mogelijkheid expliciet in het contract zelf is opgenomen. Zo niet, dan moet het worden uitgediend.
Johan was er al gauw achter: in zijn contract stond niets over tussentijdse opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dus moest het contract worden uitgediend. Iets waar Johan overigens zelf weinig trek meer in had. Wat nu?
Volgens personeelszaken was het niet echt een probleem. Het bedrijf zou een vaststellingsovereenkomst sluiten waarin als eerste werd afgesproken dat het contract alsnog tussentijds te beëindigen was, gevolgd door de afspraak dat het contract daadwerkelijk tussentijds beëindigd werd, met wederzijds goedvinden. Aldus geschiedde en na een maand deed Johan de deur achter zich dicht.
Zijn eerste sollicitaties waren helaas niet zo succesvol en Johan besloot geen dief van zijn eigen portemonnee te zijn: hij vroeg een WW-uitkering aan. Het UWV weigerde echter de uitkering: in de arbeidsovereenkomst was de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging niet opgenomen. Het contract was toch beëindigd, waarmee het UWV benadeeld werd. Een eventuele uitkering zou pas na afloop van het oorspronkelijke jaarcontract kunnen ingaan.
Johan wees er nog op dat in de vaststellingsovereenkomst was opgenomen dat het contract alsnog tussentijds te beëindigen was, maar daar ging het UWV niet in mee: het moest in de arbeidsovereenkomst of in een aanvulling daarop geregeld zijn.
Uiteindelijk kwam het tot een rechtszaak. De rechter deed een verrassende uitspraak. Hij hield zich letterlijk aan de wet. Daarin staat dat de mogelijkheid van een tussentijdse beëindiging schriftelijk moet zijn overeengekomen. De wet zegt niet dat dit per se in de arbeidsovereenkomst moet zijn geregeld. Dus, oordeelde de rechter, kan het ook in een schriftelijke vaststellingsovereenkomst worden opgenomen.
De conclusie na deze uitspraak: een contract voor bepaalde tijd kan zonder gevolgen voor de uitkering tussentijds beëindigd worden, mits die mogelijkheid in de schriftelijke vaststellingsovereenkomst alsnog wordt geregeld.
De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU.