Koning Willem-Alexander opent dinsdag de Kandinsky-tentoonstelling in het H’ART Museum in Amsterdam. De expositie is een samenwerking met het Centre Pompidou in Parijs. In Amsterdam zijn ruim zestig schilderijen uit de collectie van het Franse museum te zien.
Het museum aan de Amstel kondigde bijna een jaar geleden de naamsverandering aan naar H’ART Museum. Eerder heette het de Hermitage, vernoemd naar het gelijknamige staatsmuseum in het Russische Sint-Petersburg. Na de Russische inval in Oekraïne besloot het museum de banden te verbreken. Hoewel het museum al sinds september de nieuwe naam draagt en al meerdere tentoonstellingen heeft gehad, is de komst van de koning bij de Kandinsky-tentoonstelling de „grand opening” van het museum, aldus directeur Annabelle Birnie.
De abstracte kunstenaar Wassily Kandinsky (1866-1944) werd geboren in Rusland, werd later Duits staatsburger en overleed uiteindelijk als Fransman, vertelt hoofd tentoonstellingen van het H’ART Museum Marlies Kleiterp. De ruim zestig werken vormen een overzichtstentoonstelling van de Russische schilder. Onder meer de beroemde werken Mit dem schwarzen Bogen (1912), Im Grau (1919), Auf Weiss II (1923) en Entassement réglé (1938) zijn te zien.
Ook zijn er vier Kandinsky’s te bewonderen die hij schilderde toen hij in 1904 een maand in Nederland verbleef. Het zijn landschappen, van onder meer Scheveningen en Rotterdam.
Het Centre Pompidou bezit een van de grootste Kandinsky-collecties wereldwijd, omdat zijn weduwe Nina Kandinsky veel van zijn werken aan het Franse museum heeft geschonken. Het Centre Pompidou is een van de vaste partners van het H’ART Museum. Het Amsterdamse museum gaat de komende jaren ook samenwerken met het British Museum (Londen) en het Smithsonian American Art Museum (Washington).
De tentoonstelling is vanaf woensdag te zien tot en met 10 november.