Olivier B. Bommel in de problemen door kunstmatige intelligentie
Het boekje verscheen al in 1984, maar is nu pas uiterst actueel. ”Het Bommel-Verschiet” van schrijver en tekenaar Marten Toonder (1912-2005) laat genadeloos zien naar wat voor onmenselijke technocratie kunstmatige intelligentie de wereld kan brengen.
Op een van de eerste pagina’s van het stripverhaal wordt heer Bommels bediende Joost opgezogen door een soort bovenmaatse stofzuiger en meegevoerd de lucht in. Het is het begin van een avontuurlijke tocht naar een mysterieus laboratorium met de naam Verschiet.
Achtervolgd door geheim agenten bereiken Olivier B. Bommel en Tom Poes uiteindelijk Verschiet. Via een ingenieus mechanisme worden ze samen met Bommels auto, de Oude Schicht, volautomatisch op een lopende band geduwd.
Ten slotte bereiken ze na allerlei avonturen een onbekende, welvarende stad met enorm veel hoogbouw, maar zonder mensen.
In het hotel meldt heer Bommel zich bij een registratiecomputer. Tom Poes waarschuwt dat hij daardoor in een geautomatiseerd systeem terechtkomt. Heer Bommel zet echter door. Als vanzelf komen er cameragestuurde stoeltjes aanrijden die hen naar de eetzaal brengen. „Eenvoudige lieden zouden aan toverij denken, maar als bijdetijdse heer voel ik heel fijn aan dat dit moderne techniek is.”
Ongemerkt worden ze bespioneerd door tal van camera’s. Ze ontsnappen een aantal keren ternauwernood aan allerlei automatische vallen. „Het ontbreekt hier aan straffe leiding”, moppert heer Bommel geregeld. Op den duur belanden ze in een soort riool. Daar ontmoeten ze een groep geleerden die de basis hebben gelegd voor Verschiet.
Het is in het laboratorium van Verschiet volledig uit de hand gelopen. Er komt geen mens meer aan te pas. Alles is zo geautomatiseerd dat zelflerende, computergestuurde robots autonoom bossen kappen, huizen bouwen en een complete stad beheren met camera’s en computers. Maar zonder enige inwoner. Het systeem is zo doorontwikkeld dat Verschiet ook zijn bedenkers is gaan zien als indringers. Het loost hen vervolgens in het riool.
Juist nu kunstmatige intelligentie een grote vlucht neemt, publiceert uitgeverij De Bezige Bij deze heruitgave, compleet met de unieke taalvondsten van Toonder, zoals ”hutsel” en ”verturving”. Toen was het verhaal nog absurde sciencefiction, nu, veertig jaar na dato, bijna realiteit. Nu ligt zo’n onmenselijke technocratie daadwerkelijk op de loer.
Niet iedereen zal de stripvorm met aangeklede dieren kunnen waarderen. Maar de boodschap van ”Het Bommel-verschiet” is er niet minder duidelijk om.
De Nederlandse schrijver Ronald Giphart leidt deze nieuwe AI-editie van het boek in met een vraaggesprek dat hij voerde met ChatGPT. Inhoudelijk voegt het interview weinig toe aan het boek. Maar het laat wel zien wat er in veertig jaar tijd kan veranderen: visionair Toonder had in zijn stoutste dromen niet kunnen bevroeden dat een gesprek met een computer mogelijk zou zijn.
Het Bommel-verschiet. AI-editie, Marten Toonder; uitg. De Bezige Bij; 96 blz.; € 15,-