Verdeling ministersposten
In het kabinet-Schoof I dopt iedereen zijn eigen boontjes

PVV, VVD, NSC en BBB zijn het na ruim drie weken onderhandelen eens over de verdeling van de ministersposten. Die toont aan: iedere partij mag zijn eigen paragraaf uit het hoofdlijnenakkoord gaan uitvoeren.

Beoogd minister-president Dick Schoof na afloop van de formatiegesprekken met de formerende partijen PVV, VVD, NSC, BBB en formateur Richard van Zwol. De partijen praten over de verdeling van de kabinetsposten. beeld ANP, Robin Utrecht
Beoogd minister-president Dick Schoof na afloop van de formatiegesprekken met de formerende partijen PVV, VVD, NSC, BBB en formateur Richard van Zwol. De partijen praten over de verdeling van de kabinetsposten. beeld ANP, Robin Utrecht

Dinsdagmiddag kwam eindelijk het verlossende woord. „We zijn eruit”, postte PVV-leider Geert Wilders op X, nadat de formerende partijen het eens waren geworden over de verdeling van de ministersposten. Die ziet er als volgt uit: de PVV mag vijf ministers leveren, VVD en NSC beide vier en BBB twee. Inclusief kandidaat-premier Schoof komen er in totaal dus zestien ministers, vier minder dan nu. Ter compensatie leveren de partijen dan wel weer meer staatssecretarissen.

Bezuinigingen

De partij van Wilders mag onder meer ministers naar voren schuiven voor de ministeries Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Infrastructuur. Dat eerste en laatste ministerie komen zeer waarschijnlijk onder het bewind van Wilders’ fractiegenoten Fleur Agema en Barry Madlener. Cynisch detail: in het hoofdlijnenakkoord staan stevige bezuinigingen op de zorg ingepland, terwijl Agema zich daar als Kamerlid steevast tegen verzette.

PVV-Kamerlid Gidi Markuszower wordt naar verluidt minister van Migratie. Anders dan nu wordt dat een zelfstandig ministerie. Markuszowers naam gaat ook rond als vicepremier. PVV’er Teun van Dijck gaat waarschijnlijk het ministerie van Economische Zaken bestieren.

De VVD levert de ministers van Defensie, Financiën, Justitie en Veiligheid én het eveneens nieuwe Klimaat en Groene Groei. Voor die eerste twee portefeuilles schuift de partij naar verwachting de VVD-Kamerleden Ruben Brekelmans en Eelco Heinen naar voren, voor Klimaat wordt Sophie Hermans genoemd. De NSC-Kamerleden Eddy van Hijum en Caspar Veldkamp worden respectievelijk genoemd als minister van Sociale Zaken en van Buitenlandse Zaken. Omtzigts partij levert ook de ministers voor Onderwijs en Binnenlandse Zaken.

BBB, tot slot, krijgt het departement Landbouw en mag een minister leveren voor Volkshuisvesting. Die laatste post, eveneens nieuw, zou BBB-Kamerlid Mona Keijzer krijgen. Ook zij wordt genoemd als vicepremier.

Speerpunten

De verdeling maakt duidelijk dat PVV, VVD, NSC en BBB afzonderlijk verantwoordelijk worden voor het uitvoeren van hun eigen speerpunten. Niet uit te sluiten valt dat vooral PVV- en BBB-bewindspersonen daarbij aanlopen tegen de grenzen van wat mogelijk is. Het hoofdlijnenakkoord bevat lastig te realiseren opgaven voor migratie en landbouw. Die zijn bovendien alleen haalbaar als Brussel voldoende meewerkt. Een voorbeeld is het bedingen van een opt-out op het Europese migratie- en asielbeleid.

De PVV is als grootste coalitiepartij straks opvallend slecht vertegenwoordigd in de zogeheten sociaal-economische driehoek. Die bestaat uit Financiën, Sociale Zaken en Economische Zaken. De partij levert daarvoor alleen de minister van Economische Zaken, terwijl VVD en NSC zeven bestuurders in de driehoek hebben. Belangrijk detail is ook dat VVD en NSC straks samen een meerderheid hebben in de ministerraad.

Verrassend is ook hoeveel toekomstige bewindslieden doorschuiven uit de fracties. Dat wringt met het voornemen eerder in de formatie dat de helft van de ministers „van buiten” moest komen. Onvoldoende gegadigden zou daarvoor een verklaring kunnen zijn. Vooralsnog is toekomstig premier Schoof de enige naam die niet verbonden is aan een partij.

Bordes

Voordat de ministers worden beëdigd moeten ze nog langs de Tweede Kamer voor een korte hoorzitting. Dat is voor het eerst in de parlementaire geschiedenis. Haast is geboden, want het nieuwe kabinet moet uiterlijk 26 juni op het bordes staan, zo werd eerder afgesproken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer