PolitiekInterview Gerd Leers 

Oud-minister Gerd Leers over asielplannen PVV, VVD, NSC en BBB: Het moet slimmer, politieker en bestuurlijker 

„Het gaat op z’n minst heel lastig worden.” Oud-minister voor Immigratie, Integratie en Asiel Gerd Leers windt er geen doekjes om. PVV, VVD, NSC en BBB spreiden in de asielparagraaf in hun hoofdlijnenakkoord grote ambities ten toon, maar het uitvoeren daarvan zal, zo vreest hij, niet eenvoudig zijn.

7 June 2024 13:55Gewijzigd op 8 June 2024 14:49
Gerd Leers, minister van Immigratie, Integratie en Asiel in kabinet-Rutte I. Als bewindspersoon raakte Leers meerdere keren in conflict met de gedoogpartner van dat kabinet, Geert Wilders. 
beeld Franco Gori
Gerd Leers, minister van Immigratie, Integratie en Asiel in kabinet-Rutte I. Als bewindspersoon raakte Leers meerdere keren in conflict met de gedoogpartner van dat kabinet, Geert Wilders.  beeld Franco Gori

Toegegeven, hij begrijpt dat er PVV én VVD aan de formatietafel veel aan gelegen was stevige taal te uiten, zegt Leers. Asiel is al sinds Wilders de partij begon corebusiness voor de PVV. De VVD trok de stekker uit Rutte IV toen ze in juli met ChristenUnie, D66 en CDA geen overeenstemming kon bereiken over strengere regels voor gezinshereniging en dus is het logisch dat die partij meer wilde dan een voortzetting van het bestaande beleid.

„Het grote probleem is dat je al formerend moeilijk kunt opschrijven: Nou ja, we weten eigenlijk wel dat dit niet lukt”, verzucht Leers, die bewindspersoon was in het kabinet-Rutte 1. „Dan sta je helemaal in je hemd. Dus gaan PVV, VVD, NSC en BBB wat proberen. En zo lees ik het hoofdlijnenakkoord eigenlijk ook: dat ze hun best gaan doen.”

U lijkt heen en weer te laveren tussen bezorgdheid en begrip. Waar zit uw zorg?

„Dat beoogd premier Dick Schoof en de nieuwe asielminister worden opgezadeld met een bijna onmogelijke opgave, waardoor nieuwe teleurstellingen alweer zijn ingebakken. In het akkoord staat met zoveel woorden dat er een opt-out, moet komen, waarbij Nederland zijn handtekening weghaalt onder het Europese asiel- en migratiebeleid. Als je dat roept, ja dan denk ik toch echt dat je voorbijgaat aan de werkelijkheid.”

Was er volgens u een formulering denkbaar geweest met dezelfde ambitie, maar een hoger realiteitsgehalte?

„Als ze hadden gezegd: We gaan medepartners zoeken om dit en dat onderdeel van de Europese asielregels te veranderen, had Nederland zich minder gepresenteerd als een solitaire club die de grenzen van de rechtsstatelijkheid wil opzoeken. Zoiets klinkt in elk geval realistischer.”

Terug naar 2010. In dat jaar stapte uw partij met de VVD in een gedoogcoalitie met de PVV. Een deel van het CDA had daar vragen bij, maar op het beslissende partijcongres zei u: „Kom op, we zijn toch niet bang.” Waarom was u toen zo stellig?

„Het CDA is een bestuurderspartij met een verantwoordelijk verleden. Hete vuren hebben wij nooit geschuwd. Zo stond ik erin, dat was mijn mentaliteit. Mijn partijgenoten stelde ik gerust: oké, we hebben dadelijk een auto met twee chauffeurs (VVD en CDA, red.) en een bijrijder (PVV, red.). De chauffeurs houden het stuur vast, niet de bijrijder.”

„Als de man met het grote hakmes in het rond blijft slaan op alles wat in zijn ogen onvoldoende direct resultaat oplevert, dan hebben ze een probleem” - Gerd Leers

De samenwerking met de PVV brak het CDA letterlijk op. Uw partij ging de eerstvolgende verkiezingen van 21 naar 13 zetels. Was de keus om mee te doen achteraf gezien niet naïef?

„Nee, dat vind ik niet. Wat wel naïef was, is dat er te weinig aandacht is besteed aan de interne verdeeldheid binnen het CDA. Moeilijke maatregelen hadden we samen moeten verdedigen en bij zaken waarvan we vonden dat die te ver gingen, hadden we ons moeten manifesteren als stevige, zelfbewuste partner. Dat is niet gebeurd en dat verwijt ik ook het toenmalige partijbestuur.

Daar kwam bij dat Mark Rutte en Maxime Verhagen Wilders op cruciale momenten onvoldoende tegenwicht boden. Een voorbeeld: om de PVV-kritische CDA’ers binnenboord te houden, schreef ik in 2011 in het wetenschappelijk tijdschrift van het CDA dat migratie ook positieve aspecten had. Dat viel bij Wilders totaal verkeerd, maar uiteindelijk werd ik teruggefloten. Mijn ruimte om de randen van het regeerakkoord op te zoeken, bleek anders dan die van Wilders, nihil te zijn.”

Op verzoek van Verhagen zei u ja tegen de post van asielminister. Waarom eigenlijk?

„Ik vond het verzoek heel eervol en zag het ook wel als een vorm van eerherstel. Eerder datzelfde jaar was ik afgetreden als burgemeester van Maastricht omdat een deel van de partijen in de raad mijn positie onhoudbaar achtte. Ik dacht: gelukkig dat in elk geval het CDA nog oog voor mijn kwaliteiten heeft, want dit is best een serieuze uitdaging. Toch heb ik destijds ook tegen Verhagen gezegd: Moet je hier niet een jurist op zetten met meer kennis van de haarvaten van de wet? Maar daar was hij duidelijk niet naar op zoek. Hij wilde iemand met groot politiek draagvlak, en dat had ik. Ik werd als burgemeester op handen gedragen door het volk.”

Voor u aantrad, werd er een geheim gesprek gearrangeerd tussen Wilders en u op Schiphol. Werd Wilders’ verwachtingspatroon u daar voldoende duidelijk?

„Het regeerakkoord bood mij nauwelijks ruimte om mijn eigen plan te smeden. Vooral de paragraaf over asiel en migratie was behoorlijk dichtgetimmerd. Niettemin heb ik tegen Wilders gezegd: „Laat me dit doen op mijn manier.” Wilders ging daarmee akkoord. Hij zei aan het eind van ons gesprek wel: „Het kan mij niets schelen wat je doet, als je op alle punten maar resultaten boekt.”

Wilders wilde dus alle punten uit de asiel- en migratieparagraaf verwezenlijken. Gingen er vanaf dat moment geen alarmbellen bij u rinkelen?

„Ik realiseerde me wel dat het heel moeilijk ging worden. Ik stond er veel bestuurlijker in dan hij, en dacht: we gaan gewoon eerst eens kijken wat mogelijk is. De sleutel voor een strikter migratiebeleid lag, net als nu, in Brussel. Voor mij was het dus belangrijk te investeren in goede relaties met andere Europese lidstaten. Want zakendoen in Brussel is nu eenmaal niet eenvoudig, en het idee dat je succesvol kunt zijn door met de vuist op tafel te slaan, is op z’n zachtst gezegd luchtfietserij.

Als minister blokkeerde ik destijds de toetreding van Hongarije en Bulgarije tot de Schengenzone. Duitsland en Frankrijk bedankten me daar achteraf hartelijk voor. Ook zij waren tegen, maar hun eigen veto waren ze kwijt, omdat ze dat als troef hadden ingezet in onderhandelingen over andere onderwerpen. Dat strategische spel is onderdeel van het proces. Dat vereist geven en nemen en dat zinde Wilders niet.”

„Wilders zei als het ware steeds: Als ik mijn zin niet krijg, houd ik mijn adem in tot ik stik en dan doe ik niet meer mee” - Gerd Leers

Al snel na de start van Rutte I begon Wilders zich publiekelijk af te zetten tegen uw werkwijze van dealtjes maken. Hij verweet u meerdere keren slappe knieën te hebben. Wat deed dat met uw positie als bewindspersoon?

„Dat is heel simpel. Je krijgt in Brussel alleen iets voor elkaar als je laat zien dat je ook oog hebt voor de belangen van collega’s in de ministerraad. En als je beseft dat je uiteindelijk wel moet kunnen rekenen op de steun van de Eurocommissaris. Het hielp mij dan ook niet dat Wilders zich in de media negatief ging uiten en ging provoceren.  Steeds als hij zijn afkeer van Brussel weer eens liet blijken, zag ik de gunfactor weer verschrompelen. Zeker toenmalig Eurocommissaris Malström van Binnenlandse Zaken, die ook asiel onder zich had, was zeer gevoelig voor Wilders’ gedrag.”

GL-PvdA-leider Timmermans stelde recent dat Wilders de asielcrisis helemaal niet wil oplossen omdat die hem electoraal veel te goed uitkomt. Ging die gedachte destijds ook wel eens door u heen?

„Nee, zover zou ik niet willen gaan. Maar het is onverminderd waar dat Wilders electoraal gezien een flinke uitdaging zou hebben te verstouwen als er op asiel en migratie geen problemen meer zouden zijn.”

Moet de conclusie achteraf bezien luiden dat u Wilders heeft onderschat?

„Nee, dat is niet per se hoe ik het achteraf voel, ik wist echt wel hoe hij in de wedstrijd zat. Wat mij heeft verbaasd is dat de voormannen van het kabinet, Verhagen en Rutte, zich zo door hem hebben laten opzwepen. Wilders zei als het ware steeds: Als ik mijn zin niet krijg, houd ik mijn adem in tot ik stik en dan doe ik niet meer mee. Koste wat het kost wilden Rutte en Verhagen dat voorkomen. Hun tactiek was erop gericht Wilders zoet te houden met migratie zodat hij de andere beleidsterreinen ongemoeid zou laten. Tegen wil en dank werd ik daardoor iemand die op de snoepwinkel van de gedoogpartner moest passen, een soort bliksemafleider.”

Als het goed is, staat er nog voor het zomerreces een nieuw kabinet op het bordes. Vindt u dat VVD, NSC en BBB tegen Wilders moeten zeggen: Deze asielparagraaf is vooral van jou, schuif jij maar iemand voor die post naar voren?

„Dat zou inderdaad niet verkeerd zijn.”

„Zakendoen in Brussel is nu eenmaal niet eenvoudig, en het idee dat je succesvol kunt zijn door met de vuist op tafel te slaan, is op z’n zachtst gezegd luchtfietserij” - Gerd Leers

Zoëven onderstreepte u hoe belangrijk het is dat Europa lidstaten zoals Nederland iets gunt. Kan de uitkomst van de verkiezingen ertoe leiden dat de Brusselse gunfactor voor Nederland straks hoger is?

„Ook dit regeerakkoord straalt in mijn ogen te veel uit dat Brussel nu maar eens naar onze pijpen moet dansen. Dat vind ik onverstandig. Dan ben je als Nederland als dat kleine mannetje dat de kroeg inloopt, met zijn hand op de bar slaat en dreigend roept: „Whisky, anders …….” Om als de barman vervolgens zegt: „Wat anders?” heel bedeesd te stamelen: „en anders maar limonade of cola.” Het moet slimmer, politieker en bestuurlijker. Als Schoof en zijn mensen die ruimte straks kunnen claimen, denk ik dat ze best kansen hebben. Want de nieuwe Europese Commissie die straks aantreedt, snapt ook wel dat de asielproblematiek die in heel Europa speelt, aangepakt moet worden. Die kan niet zeggen: die coalitie hier, of die premier daar, die zint ons niet, dus laten we maar op de oude voet verdergaan.”

Wat zou u de nieuwe bewindspersoon willen toewensen?

„Dat hij, net als het hele team van Schoof, straks de ruimte claimt en krijgt om in Europa op een eigen wijze aan het werk te gaan met de uitvoering van het regeerakkoord. En dat hij kan terugvallen op goede afspraken over de manier waarop PVV, VVD, NSC en BBB vanuit het parlement hun reacties op het kabinet leveren. Als de man met het grote hakmes in het rond blijft slaan op alles wat in zijn ogen onvoldoende direct resultaat oplevert, dan hebben ze een probleem. Dan kan het zijn dat de coalitie sneuvelt en de PVV ook dit avontuur overleeft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer