Gezondheidsraad positief over studie extra borstkankerscreening
De Gezondheidsraad is positief over een groot onderzoek dat het UMC Utrecht wil doen naar het uitbreiden van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker voor vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel. Dat dichte weefsel maakt het moeilijker om borstkanker in een vroeg stadium op te sporen met de gebruikelijke methode, een mammografie. Terwijl juist deze vrouwen een verhoogd risico lopen op de ziekte.
Het UMC Utrecht wil daarom in een studie gaan onderzoeken of het helpt om vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel nader te onderzoeken. De onderzoekers willen twee technieken gebruiken. Met het positieve oordeel van de Gezondheidsraad staat niks de studie nog in de weg, het ministerie van Volksgezondheid zag het onderzoek sowieso al zitten. „De financiering is ook al eerder beschikbaar gesteld”, laat een woordvoerster van het ministerie weten.
Een groep van 6000 vrouwen krijgt na een negatieve uitslag in het gebruikelijke bevolkingsonderzoek een verkorte MRI-scan. Omdat geen volledige scan wordt gemaakt, duurt dit slechts zo’n zes minuten. Een even grote groep krijgt een zogeheten contrastmammografie. Net als bij een gewone mammografie wordt daarbij röntgenapparatuur gebruikt, maar het verschil is dat voor het onderzoek een contrastvloeistof wordt toegediend met een infuus. „Bij vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel en borstkanker concentreert het contrastmiddel zich vooral rondom de tumor, waardoor deze beter zichtbaar wordt”, legt de Gezondheidsraad uit.
KWF Kankerbestrijding is blij met het positieve advies. „Niet iedere vrouw en iedere borst is hetzelfde. Daarom zijn wij groot voorstander van het aanpassen van bevolkingsonderzoeken, zodat het meer aansluit bij de persoonlijke eigenschappen en risico’s van bepaalde groepen vrouwen. Dit is daar een belangrijke stap in”, reageert de organisatie. Die wijst erop dat al jaren bekend is dat reguliere mammogrammen niet altijd voldoende zijn.
„Dit vervolgonderzoek is ontzettend belangrijk om te bepalen hoe we deze groep vrouwen beter kunnen onderzoeken en borstkanker eerder kunnen opsporen”, vindt KWF. „Want dankzij vroege ontdekking heb je vaak betere overlevingskansen en is soms minder zware behandeling nodig.”