Waakhond: Pak banken aan om lage spaarrente
ABN AMRO, ING en Rabobank betalen hun klanten te lage spaarrentes. Belangrijke oorzaak is een gebrek aan concurrentie, stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) na onderzoek.
In een dinsdag uitgebracht rapport wijst de toezichthouder erop dat het overgrote deel van de Nederlandse spaarders een spaarrekening bij een van de drie grootbanken heeft. Weinig consumenten stappen over naar banken die een hogere rente bieden. Hierdoor voelen de grootbanken, die 80 procent van de markt in handen hebben, onvoldoende druk om hun rentes te verhogen, aldus de ACM.
De toezichthouder wil het voor spaarders gemakkelijker maken om over te stappen. Zo zou koppelverkoop van betaal- en spaarproducten verboden moeten worden. Consumenten kunnen dan een spaarrekening openen zonder dat ze bij dezelfde bank over een betaalrekening hoeven te beschikken.
Verder vindt de ACM dat banken consumenten betere informatie moeten geven. De toezichthouder denkt aan een verplichting om spaarproducten „begrijpelijk te presenteren, met heldere rekenvoorbeelden”.
Overstapservice
Een derde aanbeveling in het rapport is de invoering van een verplichte overstapservice. Consumenten kunnen dan bij een andere bank aangeven hoeveel geld zij willen overmaken naar een nieuwe spaarrekening, waarna de oude en de nieuwe bank dit onderling regelen.
ABN AMRO, ING en Rabobank hebben het overgrote deel van de Nederlandse spaarmarkt in handen. De ACM acht het „aannemelijk dat er sprake is van stilzwijgende afstemming” tussen de grootbanken over spaarrentes. Ze houden elkaars rentetarieven in de gaten en volgen elkaar op de voet in plaats van te concurreren. Zonder onderlinge afspraken is dat niet verboden, maar „het effect is vergelijkbaar met een kartel”, stelt de ACM.
Tevreden
Volgens het rapport is de meerderheid van de Nederlanders tevreden over zijn huidige bank. Een deel van de consumenten lijkt te weinig op de hoogte te zijn van andere spaarproducten met hogere rentes. Veel consumenten hebben een „sterke voorkeur” voor een Nederlandse grootbank en „een gebrek aan vertrouwen” in buitenlandse banken.
De ACM heeft, in tegenstelling tot de mededingingsautoriteit in sommige andere landen, zelf geen bevoegdheden om maatregelen te nemen. „Dat moet de wetgever doen”, zegt bestuursvoorzitter Martijn Snoep.
De ACM deed onderzoek op verzoek van toenmalig minister van Financiën Sigrid Kaag. Zij besloot daartoe na kritiek vanuit de Tweede Kamer op de grootbanken, die de laatste jaren hun winsten zagen toenemen maar intussen de rentes laag hielden. De banken zelf verwijzen steeds naar hun lage marges in voorgaande jaren, toen de Europese Centrale Bank de beleidsrente lange tijd heel laag en zelfs negatief hield.