De gesprekken met ouders van kerkverlaters staan op m’n netvlies. Wat een pijn. Ze inspireerden me om van het vele wat erover te vinden is, iets samen te vatten in vijf tips.
1 Maak onderscheid tussen kerkverlating en Godverlating
„Mijn kind heeft de kerk verlaten.” Dat zinnetje kan verschillende dingen betekenen. Sommige ouders bedoelen ermee dat het kind hún kerk heeft verlaten. Overgaan naar een ander kerkverband staat voor hen gelijk aan het verlaten van dé kerk. En hoe pijnlijk en moeilijk dat ook kan zijn, zeker als je je kerk liefhebt, maar: dan gaat het over van kerk veranderen.
Ouders van kerkverlaters hebben een kind dat de kerk niet meer vanbinnen ziet. Het Evangelie daar niet meer hoort. Of je kind ook God verlaten heeft, is een andere vraag. Het antwoord daarop is niet te geven. Een deel van de kerkverlaters zegt zelf wel dat dat zo is. Ze kunnen niet (meer) geloven wat de Bijbel zegt en trekken daaruit voor zichzelf de conclusie dat het logisch is om de kerk te verlaten. Een ander deel zegt wel in God te geloven, maar daar de kerk niet voor nodig te hebben.
Kerkverlaters vind je alleen buiten de kerk. Godverlaters zijn er ook in de kerk.
2 Heb lief
Het grote gebod is God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. ‘Naaster’ dan een eigen kind kan iemand niet zijn. De meeste ouders hoeven geen moeite te doen om hun kind lief te hebben. Als je kind iets doet waarvan je als ouder had gehoopt dat nooit mee te hoeven maken, gebeurt er veel vanbinnen. Dan merk je hoe kwetsbaar je bent in je kind. Het snijdt je door je ziel als hij de kerk vaarwel zegt. Vooral als je daar zelf de woorden van eeuwig leven hoort en beseft hoezeer je kind die nodig heeft.
Hoe kijk je naar je kind? Is het met evenveel liefde als de vader uit de gelijkenis met de twee zonen, die bekendstaat als die van de verloren zoon? Die ene jongen schoffeerde zijn vader door de erfenis alvast op te vragen. De vader had hem kunnen dwingen thuis te blijven. Hij kende zijn jongen en zag dat hij een verkeerd pad insloeg. En toch liet hij hem gaan.
Als je bij die gelijkenis blijft, is het ook de vraag over wie je je als ouder meer zorgen moet maken. Over de jongen die zo keurig in het paadje loopt maar de liefde tot zijn vader mist of over de jongen die op ontdekking gaat en na veel omzwervingen de genade van zijn vader aanvaardt? Het kan zomaar zijn dat je je over de verkeerde zorgen maakt.
Let nog even op die vader. Hij maakte geen onderscheid. Hij had beide zonen lief.
„Het is beslist niet te verdedigen dat ouders het contact met hun zoon of dochter verbreken omdat die gebroken heeft met de kerk. Nee, ouders moeten zich juist het meest bekommeren om het dwalende schaap in het gezin”, schrijft ds. G.J. van Aalst in ”Het zal je kind maar zijn. Gedachten over ouders en kerkverlating” (uitg. de Banier, 2013).
3 Onderzoek je schaamte
Een element dat nooit ontbreekt in de verhalen van ouders van kerkverlaters is schaamte. Je kind kiest er –al dan niet bewust– voor niet meer mee te doen met wat voor het gezin, voor de omgeving zo gewoon is. Als ouder ga je als vanzelf nadenken over wat anderen hiervan denken. Wat denkt de ouderling van mij? Vindt de buurvrouw van wie de kinderen allemaal zonder mopperen twee keer op een zondag meegaan me te slap? Hoe groter je denkt dat de veroordeling is, hoe groter je gevoel van schaamte is.
Iemand die zich schaamt, heeft de neiging zich te verstoppen. Dat weten we al sinds Genesis 3. In dat gedeelte wordt ook duidelijk dat verstoppen geen oplossing voor het probleem is. Stel jezelf de vraag: Waar schaam ik me voor? Waar ben ik bang voor?
Voor kerken ligt hier een tot nu toe vaak onbenutte kans om ouders met elkaar in contact te brengen. Vanuit de jongerenorganisaties HHJO, JBGG en LCJ komen twee voorbeelden: De gereformeerde gemeente van Aagtekerke organiseerde eerder dit jaar drie avonden, die zeventig gemeenteleden trokken. Op een van de avonden sprak Evert Barten, directeur van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten.
De christelijke gereformeerde kerk van Beverwijk-Westzaan maakt ook plannen voor contact tussen ouders van kerkverlaters. Jan Willem Baars, toeruster bij het Interkerkelijk Kenniscentrum (waarvan het LCJ deel uitmaakt), zal de bijeenkomst leiden.
4 Sta stil bij je schuld(gevoel)
Wat had ik anders kunnen of moeten doen? Geconfronteerd met een zoon of dochter die de kerk vaarwel zegt, komt bij de meeste mensen zelfreflectie op gang. En zelfbeschuldiging. Dat is duidelijk te horen in aflevering 5.5 van de podcast Bij ons thuis, waar Laurens Snoek, docent, vertelt hoe hij reageerde toen zijn zoon net voor kerktijd zei dat hij thuis wilde blijven.
Snoek roept ouders nadrukkelijk op om niet te blijven hangen in de zelfbeschuldiging. „Stop met het stellen van de vraag: Wat had ik anders moeten doen? Als ouders praten we over kerkverlating als iets wat onze schuld is. Ik erken, ook uit m’n persoonlijk leven, dat ouders een oorzaak kunnen zijn waarom een kind de kerk verlaat. Ik erken ook dat in de kerk veel redenen zijn waarom jongeren de kerk verlaten –ouderen trouwens ook– maar het is nooit alleen de ouder of de kerk die daarvoor zorgt. De belangrijkste reden ligt in de jongeren zelf.”
Er is geen aardse ouder die zo volmaakt opvoedt als de hemelse Vader. Het gaat hier met vallen en opstaan. Met een splintertje geloof, een sprankje hoop en een beetje liefde. Door Christus wil God deze onvolmaakte mensen gebruiken om als een venster op Hem te functioneren.
In het boek ”Als kinderen andere wegen gaan” (uitg. Filippus, 2009) schrijft Wim ter Horst hierover: „In de opvoeding kan –in onze ogen– van alles verkeerd gáán, zonder dat je iets verkeerd hebt gedáán. Onderstrepen en in gedachten houden.”
De meeste kerkverlaters geven hun ouders niet als reden op voor hun vertrek. Wil je weten hoe je kind jouw rol ziet, stel dan open vragen als: „Waarom verlaat je de kerk?” „Welke rol speel ik daarin?” Luister vooral en vraag door.
In ”Als kinderen andere wegen gaan” vraagt Margriet van der Kooi bij de bespreking van schuld en schuldgevoelens aandacht voor de mogelijkheid van verkapte grootheidswaan. „Alsof een mens alles in de hand zou kunnen hebben, als hij de dingen maar goed doet.” Daarvan zeg je als goed gereformeerd ouder toch: Nee, hoe het leven loopt, ligt gelukkig niet in onze hand en niet in onze macht.
5 Zoek God (opnieuw)
Een kerk verlatend kind schudt aan je boom en dat voel je tot in het diepst van je ziel. Daar spreken de meeste ouders niet over, merkte schrijfster en spreekster Annemarie van Heijningen. Ze dacht dat ze de enige was bij wie zekerheden en vanzelfsprekendheden tegen wil en dank door de vingers glipten, toen haar zoon van zestien aangaf niet veel meer met de kerk te hebben.
Onder de titel ”Mam, ik heb er niets meer mee” spreekt ze nu voor diverse groepen. Haar lezing in hervormd Oud-Vossemeer is via kerkdienstgemist.nl na te luisteren. Op 14 maart vertelde ze daar dat het niet raar of vreemd is als de kerkverlating van een kind je tot in de kern van je geloof raakt. Van Heijningen beschrijft hoe ze de scherven van het geloof bij elkaar harkt en zichzelf toespreekt: „Stop, tot hiertoe en niet verder. Er mag aan mijn vaste meningen gerammeld worden, maar ik zet een hek rond God en rond Jezus. Ook al snap ik momenteel weinig van het geloof. Ook al kost het me moeite er mijn kracht en inspiratie uit te halen.” Van Heijningen ging voor zichzelf na wat haar geloof opbouwt en wat dit juist afbreekt en besloot haar energie vooral in het eerste te steken. Ze hoopt dat de ergste crisis voorbij is. „De tijd zal het leren.”
De auteur werkt mee aan de opvoedpodcast Bij ons thuis en werkte daarvoor jaren als gezinswerker in de kerk.