Het doek valt. Per 1 augustus sluit de reformatorische basisschool Petrus Dathenus in Hilversum haar deuren. „Een groot verlies. Ook voor de stad.”
Ze is leerkracht van twee klassen, maar heeft slechts vier leerlingen. Drie in groep 2, één in groep 1. Ideaal als je samen tosti’s wilt bakken, zoals Aagje Korver, kleuterjuf op de Petrus Dathenus in Hilversum, recent deed. Maar voor de levensvatbaarheid van een basisschool is een groep met zo weinig leerlingen natuurlijk verre van optimaal.
Zicht op groei van Korvers kleuterklas is er niet. Integendeel. Volgend schooljaar zou de groep nog verder uitgedund worden en zou de leerkracht lesgeven aan slechts twee kleuters.
Zou. Want er komt geen schooljaar 2024-2025 voor de Petrus Dathenus. Vanaf 1 augustus sluit de Hilversumse onderwijsinstelling haar deuren. Het is een bittere pil voor Korver, die 45 jaar werkte op de school in de mediastad. Met emotie: „De opheffing is moeilijk. Ik had graag gezien dat het niet nodig was geweest.”
Maar dat is het wel. Reden daarvoor is het steeds verder dalende leerlingaantal. Momenteel krijgen 28 kinderen les in het gebouw aan de Lopes Diaslaan. Volgend jaar zouden dat er nog slechts 23 zijn. „Kinderen nemen hier alleen maar afscheid”, vertelt Francina Valk, leerkracht van combinatiegroep 6, 7 en 8. „De afgelopen jaren zijn er door verhuizingen steeds maar leerlingen weggegaan, de omgekeerde beweging komt nagenoeg niet voor.”
Daarop wijzen ook William van der Linden en Teunis Kok, leden van het schoolbestuur. Niet Hilversum, maar plaatsen als Veenendaal en Barneveld zijn populair bij reformatorische starters en gezinnen, zien beiden. Onder meer de hoge huizenprijzen maken het voor stellen onaantrekkelijk –zo niet onmogelijk– zich te vestigen in de Gooi- en Vechtstreek .
Daarbij speelt mee dat het kerkelijk landschap in Hilversum door de jaren heen is veranderd. Bij de start van de school –in 1970– telde de stad een gereformeerde gemeente, een gereformeerde gemeente in Nederland en een oud gereformeerde gemeente. Van die kerken is nu enkel een relatief kleine gereformeerde gemeente over. „Dat maakt het vestigingsklimaat voor reformatorische echtparen niet aantrekkelijker”, zegt Ko van de Poel, die in 1981 aantrad als hoofd van de school. „Daarnaast worden gezinnen gemiddeld kleiner en is er dus minder natuurlijke aanwas wat betreft de leerlingpopulatie.”
Geitenpaadje
Al eerder stond het voortbestaan van de Hilversumse school onder druk. In 2017 fuseerde het bestuur van de Petrus Dathenus met dat van de reformatorische Calvijnschool in Ederveen. Dat was nodig, omdat het leerlingaantal onder de vijftig was gezakt – te weinig voor een zelfstandig voortbestaan (Zie: ”Als opheffing dreigt”). Inmiddels biedt ook dat geitenpaadje geen soelaas meer. Voor scholen die minder dan 23 leerlingen hebben, draait het rijk de geldkraan hoe dan ook dicht.
Theoretisch gezien had de Petrus Dathenus het wat dat betreft nog een jaar kunnen uitzingen, zegt Kok. Voor 2024-2025 zijn namelijk precies 23 leerlingen aangemeld. „Maar je moet je verstand gebruiken. Zicht op groei is er niet en dicht moet de school toch. Is het niet komend jaar, dan wel het jaar erop.”
Daarbij komt dat na het huidige schooljaar een van de intern begeleiders stopt en een vacature voor een leerkracht nog niet is ingevuld, legt schoolleider Flier uit. Ook vanuit het oogpunt van de leerlingen acht hij een langer voortbestaan niet wenselijk. „Momenteel zit er slechts één leerling in groep 3, en één leerling in groep 1. Vanuit sociaal opzicht is dat verre van optimaal.”
Sinterklaas
Hoe anders was de situatie in de jaren 70, vertelt Van de Poel. In de bloeitijd –de jaren 90– bevolkten zo’n 220 kinderen vanuit de wijde omgeving de lokalen. De voormalig schoolleider ziet de huidige situatie met lede ogen aan. „De Petrus Dathenus is biddend opgericht, vanuit een sterke behoefte aan reformatorisch onderwijs. Dat sluiting nu noodzakelijk is, betreur ik.”
Ook voor ouders Mariska Zeldenrijk en Willemien Meijer was het slikken toen ze in december 2023 hoorden dat de Petrus Dathenus ophield te bestaan. Zeldenrijk: „Dit is een kleine school, waar iedereen elkaar kent. Die betrokkenheid vind ik positief.” Tegelijkertijd zien beiden dat openhouden geen optie meer is. Meijer: „Dat is jammer. Aan de andere kant geeft het besluit ook duidelijkheid. We weten nu waar we aan toe zijn.”
Toch voelt het nog steeds onwerkelijk dat het binnenkort echt klaar is, vertelt bovenbouwleerkracht Valk. Het gaat haar aan het hart dat de laatste reformatorische onderwijsinstelling uit de stad verdwijnt. „De Petrus Dathenus staat in een volstrekt seculiere wijk. Ik vond het waardevol dat we als reformatorische christenen ook hier present waren.”
„Het gaat me aan het hart dat de laatste reformatorische school uit Hilversum verdwijnt” - Francina Valk, leerkracht
Ook Van de Poel vestigt de aandacht op dat aspect. Hij wijst op de unieke plek van de Petrus Dathenus: de school deelt een gebouw met een katholieke en openbare onderwijsinstelling. Met een lach diept hij een anekdote op die duidelijk maakt hoe de wederzijdse omgang doorgaans verliep. „Wij vierden op de Petrus Dathenus nooit Sinterklaas. De andere twee scholen wel. Nu zou het voor de leerlingen natuurlijk raar zijn als ze twee sinterklazen tegelijk zouden zien vertrekken. Een van de schoolleiders van de andere scholen vroeg mij daarom of een van de heren er ongezien via onze uitgang tussenuit mocht piepen. Toen heb ik als reformatorische schoolleider sinterklaas dus maar uitgeleide gedaan.”
Serieuzer: „Reformatorische christenen zijn in Hilversum een absolute minderheid. Door onze school bleven we zichtbaar. Dat dat nu verdwijnt spijt me erg.”
Recent bakte Valk met haar leerlingen pannenkoeken voor bewoners van een verzorgingshuis elders in de stad. En op Koningsdag voerden de kinderen ooit Psalm 134 uit, toen ze voor ouderen liederen zongen. Valk: „Prachtig, zo geef je als school een krachtig getuigenis.” Ouder en vrijwilliger Meijer wijst op de jaarlijkse verkoopdag die personeel en leerlingen organiseerden en die volop mensen van buiten de achterban naar de Petrus Dathenus trok. „Dat gaf ons de mogelijkheid contact te leggen en te onderhouden met de gemeenschap hier.”
Bestaansrecht
Verbreding van het toelatingsbeleid om zo mogelijk meer kinderen te trekken en wellicht langer te bestaan, is voor de Petrus Dathenus nooit een serieuze optie geweest. Flier: „Sowieso betwijfel ik of we op die manier sluiting hadden kunnen voorkomen. Maar los daarvan zijn we als school van mening dat we met een breder toelatingsbeleid geen recht doen aan het verlangen van de oprichters naar Bijbels, identitair onderwijs.” De identiteit van de school vormt het bestaansrecht, zegt Kok. „Het toelatingsbeleid maakt daarvan voor ons fundamenteel deel uit. Aan je identiteit moet je niet morrelen, ook niet om pragmatische redenen.”
„Aan het toelatingsbeleid willen we niet morrelen, ook niet om pragmatische redenen” - Teunis Kok, bestuurslid
Spanning
Nog zo’n twee maanden, dan zit het erop. Samen met de kinderen bereiden de leerkrachten Valk en Korver zich op de nieuwe situatie voor. Er is opzien en uitzien, zo verwoordde Valk recent in haar klas het gevoel dat onder de leerlingen leeft. Opzien, omdat een wisseling van onderwijsinstelling altijd spanning met zich meebrengt. Uitzien, omdat de kinderen ook wel zin hebben in een nieuwe school, met meer leeftijdsgenoten.
Voor twee gezinnen vormde de sluiting van de Petrus Dathenus een goed moment om te verhuizen naar een andere woonplaats. Het gros van de overgebleven kinderen maakt de overstap naar de School met de Bijbel in het naastgelegen Maartensdijk. Ook Valk heeft daar een nieuwe werkplek gevonden. Voor Korver zit haar onderwijsloopbaan er met de sluiting van de Hilversumse basisschool op. Een nieuwe werkplek zoekt ze niet meer, voor de pakweg anderhalf jaar die haar tot haar pensioen nog rest. „Ik was graag nog even doorgegaan. Maar de school stopt, en ik dus ook.”